Johann Sebastian Bach – Die Kunst der Fuge (BWV 1080) (ca. 1742)

Bach – Die Kunst der Fuge (BWV 1080) (ca. 1742)

Een fuga (van het Latijnse fugere, vluchten) is een muziekvorm waarin meerstemmigheid (contrapunt) en gevarieerde herhaling een hoofdrol spelen. Deze vorm ontwikkelde zich in de 18e eeuw uit verschillende soorten contrapuntische composities als de ricercares, capriccio’s, canzones, en fantasia’s.

Die Kunst der Fuge (BWV 1080) is een compositiecyclys van Johann Sebastian Bach, in eerste aanleg gecomponeerd omstreeks 1742 en enkele jaren daarna, met het oog op publicatie, uitgebreid en herzien en postuum uitgegeven in 1751. In deze publicatievorm betreft het een collectie van veertien fuga’s en vier canons.

De compositiecyclus biedt een staalkaart van mogelijkheden in het contrapunt. Elke fuga, door Bach met contrapunctus betiteld, is, afgezien van de onvoltooid overgeleverde laatste fuga, gebaseerd op een eenvoudig grondthema, dat in de eerste fuga meteen aan het begin wordt geïntroduceerd:

Die Kunst der Fuge grondthema.
Die Kunst der Fuge grondthema.

Dit werk van Bach is een monument. Zoals de titel al zegt, stelt Bach hier de fuga centraal. Een fuga is een muziekstuk van minimaal twee stemmen waarin de partijen elkaar imiteren. Bach gaf echter niet aan voor welke instrumenten hij het werk componeerde.

Het imiteren van de partijen kan op veel verschillende manieren en precies dat laat Bach in deze compositie zien. Hij bouwt één enkel muzikaal thema uit tot een groots werk van meer dan een uur. Het thema wordt van alle kanten belicht, vergroot, verkleind, het staat achterstevoren en op zijn kop.

Die Kunst der Fuge onvoltooide Contrapunt 14 met aantekening van C.Ph.E. Bach
Die Kunst der Fuge onvoltooide Contrapunt 14 met aantekening van C.Ph.E. Bach
Die Kunst der Fuge met handtekening van J.S. Bach
Die Kunst der Fuge met handtekening van J.S. Bach
Die Kunst der Fuge eerste druk 1751.
Die Kunst der Fuge eerste druk 1751.
Voetnoot