In de vroegmoderne tijd verschenen er meer bijzondere huisdieren in de Europese huizen. Extreem rijke kooplieden en edelen lieten met bijzondere en vooral exotische dieren zien hoe werelds zij georiënteerd waren. Vaak waren dat vogels of soms een aapje, maar het kon extremer. Zo kreeg stadhouder Frederik Hendrik in 1632 de Indische olifant Hansken als cadeau. Hij stelde haar tentoon in zijn paleis in Rijswijk tot de stadhouder Hansken als cadeau doorgaf aan Johan Maurits, die op zijn beurt Hansken doorverkocht waarna de olifant als curiositeit door heel Europa werd gesleept. Eenzelfde lot trof neushoorn Clara. Zij werd in in 1738 in huis genomen door de Groninger Sichterman, directeur van de VOC in Bengalen. In 1740 verkocht hij het dier aan een VOC-kapitein, die de neushoorn, Clara, mee naar de Nederlanden nam. Tot haar dood in 1758 werd Clara in heel Europa tentoongesteld.