Mahler Festival Amsterdam 2025 Reviews

Mahler Festival Amsterdam 2025 Reviews

  • 56.000 bezoekers
  • 1.300 Passepartouthouders
  • 1.100 musici
  • Social media: bereik van 3,8 miljoen via
  • Instagram, Facebook en YouTube
  • Bezoekers concerten: 45 % buitenlands / 55 % lokaal
  • 23 uitverkochte concerten
  • 19 concertuitzendingen in het Mahler Paviljoen
  • 2 wereldpremières
  • 10 symfonieën
  • 10 concertinleidingen
  • 52 Mahlerliederen in de Kleine Zaal
  • 6 orkesten
  • 7 dirigenten
  • 5 koren
  • 11 camera’s
  • 11 live TV-uitzendingen op NPO2 Extra
  • 22 uur podcast
  • 27 live radio-uitzendingen op NPO Klassiek
  • 2300 Mahlers pins (uitverkocht)
  • 2400 Mahler Festivalboek verkocht
  • Honderdduizenden kijkers en luisteraars via radio en TV
  • Pers uit 15 landen (Europa, plus Japan, Korea en de Verenigde Staten)

Dat was het dan: de ‘Berliner’ sluiten het Mahler Festival af. Wat was het goed

In het Concertgebouw in Amsterdam vond van 8 tot en met 18 mei het Mahler Festival plaats, een van de grootste evenementen in de klassieke muziek ter wereld. De Volkskrant was erbij – elke dag. Lees hier wat er onvergetelijk was (en wat niet). 

Het slotconcert van het Mahler Festival. Dirigent Sakari Oramo wordt geflankeerd door zangers Benjamin Bruns en Dorottya Láng.
Het slotconcert van het Mahler Festival. Dirigent Sakari Oramo wordt geflankeerd door zangers Benjamin Bruns en Dorottya Láng.

Welke muziek hoor je in je hoofd nadat je in anderhalve week bent blootgesteld aan alle symfonieën van Gustav Mahler? Toch die Achtste, het Veni Creator Spiritus. 420 musici deden er vrijdag en zondag aan mee: drie koren, twee kinderkoren en het Concertgebouworkest. Wat een weelde.

Wat ons betreft is het voor herhaling vatbaar. Wel pas over minimaal 25 jaar graag, het moet speciaal blijven. Dank voor uw aandacht en tot ziens, of, zoals Gustav zou zeggen: Leb’ wohl

Dirigent Sakari Oramo en de Berliner Philharmoniker.

Weer enorm indrukwekkend: de Berliner in Das Lied von der Erde

Twee keer moest het Mahler Festival worden uitgesteld (corona) en het Mahler Paviljoen moest worden verplaatst (voetbal, een huldiging die er niet kwam). Maar er was nog meer tegenslag. Veel bezoekers zouden zich hebben verheugd op een mogelijk laatste weerzien met Daniel Barenboim (82). De pianist en dirigent zou de Berliner Philharmoniker dirigeren in het slotconcert, maar bleek te ziek.

Zondagavond 18 mei, de sterfdag van Gustav Mahler, verschijnt in Barenboims plaats de Fin Sakari Oramo op het podium. Oramo is chef bij de BBC Symphony Orchestra en dus bekend van de BBC Proms. Na de Negende symfonie die de Berliner een dag eerder speelden (vijf sterren), zijn de verwachtingen hoog.

Tiende symfonie & Das Lied von der Erde

★★★★☆

Door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Sakari Oramo, met Dorottya Láng (mezzosopraan) en Benjamin Bruns (tenor).

Desolate altviolen zetten het Adagio van de Tiende symfonie in, het enige deel dat Mahler voltooide. Daaruit welt het eerste hartstochtelijke thema op, omhuld in een onweerstaanbare, volglanzende strijkersklank.

Wat speelt dit orkest alles waanzinnig mooi. Er wordt vloeiend geschakeld tussen intense, lichte en spookachtige passages. Toch lukt het Oramo niet helemaal om een geleidelijke spanning op te bouwen en die vast te houden totdat de boel in een helse dissonantie ontploft.

Terugkijken

De meeste avondconcerten zijn terug te zien op NPO Start. Op deze pagina vindt u een overzicht met links naar alle Mahler Festival-uitzendingen van NPO Klassiek.

Mahlers ‘liedsymfonie’ Das Lied von der Erde daarentegen, is een van de hoogtepunten van het festival, niet in het minst door de ongelooflijke solo’s vol weemoed en mystiek op hobo, klarinet en fluit. Misschien verwachten we in dit werk grotere stemmen dan die van tenor Benjamin Bruns en mezzosopraan Dorottya Láng, maar beiden leveren een topprestatie.

Bruns zingt opwindend wild en tegelijk met perfecte vocale controle als de dronken levensgenieter/vermijder. Lángs mooie timbre verhoogt de pijn in de melancholische liederen, wordt een lichtstraal in het pantheïstische visioen van het slotlied. Brok in de keel. Dan barst de zaal in een grote ontlading uit.

18-05-2025

Kirill Petrenko, chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker, bij een eerder concert.

En daar zijn dan eindelijk de Berliner: ★★★★★

De lijders aan mahleritis pik je er na een week Mahler Festival zo tussenuit. Ze zuchten vaker dan gemiddeld, lopen rond met wereldvreemde ogen. Het is ook niet niks om dag na dag, zelfs al is het vrijwillig, rond te dolen in Gustavs hyperemotionele hersenpan. Mahlers tragiek, zijn spiritualiteit, zijn hysterie – lig je net afgepeigerd in bed, begint het wéér te spoken.

Kwam zaterdagavond, op dag 10, de genadeklap. Op het podium verscheen het orkest der orkesten, de Berliner Philharmoniker. Dat is op zich al een traktatie, maar dit keer kwamen de Berlijners voor het eerst naar het Concertgebouw met de man die in 2019 chef-dirigent werd. Hij heet Kirill Petrenko, is een in Siberië geboren Oostenrijker, maar vooral een levensgroot raadsel.

Negende symfonie

★★★★★

Door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Kirill Petrenko

Interviews geeft hij zelden. In de opnamestudio vind je hem niet. Musici die hem kennen noemen hem ‘Penetrenko’. Want hoeveel lagen muziek ook heeft, Kirill (53) boort net zo lang tot hij er nóg een vindt. In 2013 stond hij, eenmalig en met succes, voor het Concertgebouworkest. Je moest naar Duitsland voor zijn betoverende Wagners en sublieme Puccini’s.

Welk licht zou Petrenko werpen op de Negende symfonie, de laatste die Mahler in zijn 50-jarige leven voltooide? De componist zou zijn dood hebben voorvoeld, beweerde niet alleen de dirigent Leonard Bernstein. Nonsens, zei de festivalmusicoloog Morten Solvik in de Volkskrant. ‘Die symfonie draait juist om liefde voor het leven.’

Zal allemaal wel, moet Kirill Petrenko hebben gedacht, maar voor mij gaat dit stuk over afscheid, verbrokkeling, desintegratie. Over een Weense componist die anno 1910 besefte dat de wereld zoals hij die kende aan het verdampen was, met een overleden dochter, een ontrouwe vrouw en een symfonische traditie die als overjarig vlees van de botten viel.

Spelen in de Berliner, hoe is dat?

De Berliner Philharmoniker zijn het beroemdste orkest ter wereld, maar de musici staan ook als conservatief te boek: ze hechten zo aan traditie, dat nieuwe spelers en dirigenten het er nogal lastig kunnen hebben.

De Nederlandse trombonist Sebastiaan Kemner speelde als jonge academist mee in het orkest. Vorig jaar schreef Kemner in de Volkskrant over zijn ervaringen. ‘Volgens mij moet je even je verontschuldigingen gaan aanbieden. Je hebt niet iedereen de hand geschud!’

Zo klonk het tenminste bij Petrenko. Alsof Mahler nog één keer de pen pakte om de weemoed en de woede van zich af te schrijven. Weemoed naar het verleden: de gonzende snaren van deel vier, een laatste shot 19de-eeuwse schoonheid.

De Berliner in het Concertgebouw, zaterdagavond.

De woede over het verlies: deel drie dat zichzelf compleet doldraait. En sarcasme, niet te vergeten. Begon het Mahler Festival lief met de Eerste symfonie (‘wie ein Naturlaut’), de koekoek en de koebel hebben plaatsgemaakt voor schril gebalk en gekwaak.

In klankfantomen bleek Petrenko een meester. Hij propte Mahler niet vol emotie, zoals Bernard Haitink in 2018 bij het Concertgebouworkest zo gruwelijk mooi deed. Petrenko’s Mahler was eerder een meedogenloze Mahler. Wilde Gustav een kakofonie? Dan kreeg hij een kakofonie.

Had hij de slotmaten ‘ersterbend’ gedacht? Dan stierf het publiek mee, blies het samen met de verzwakte strijkers z’n laatste adem uit, hing het na afloop verbijsterd in de stoel. En toegeven aan de mahleritis kon niet, want de onvoltooide Tiende moest zondag nog komen.

17-05-2025

Dirigent Klaus Mäkelä in de antichambre van het Concertgebouw, vastgelegd door Simon Reinink. Gewapend met een Leica-camera doet de Concertgebouw-directeur verslag achter de schermen.

Kan het nóg uitbundiger? Klaus Mäkelä dirigeert de Achtste

Festival? Welk festival? Loop je een halfuur voor aanvang van een van de avondconcerten door de gangen van het Concertgebouw, dan is het er rustiger dan gebruikelijk. Niet elke bar is open. Dat komt doordat er ontvangsten zijn, en een aantal bezoekers zit bij de inleiding door Mahlerspecialist Morten Solvik.

Kom je meer bekenden tegen dan anders? Waarschijnlijk niet, want er kunnen niet ineens meer mensen terecht in de Grote Zaal. Bovendien: alleen je rijke vrienden hebben een kaartje. De rest kijkt gratis in het Vondelpark, zit thuis voor de tv of aan de radio gekluisterd.

Het festival zit in onze hoofden, en we zijn verbonden doordat iedereen dagenlang dezelfde muziek in zijn hoofd heeft.

Als de Achtste symfonie van Mahler op het programma staat, is het in de gangen nog rustiger, want dan neemt de capaciteit aanzienlijk af: die krimpt van 1974 naar 1564 plaatsen, omdat de koren alle rijen achter het podium nodig hebben. Het podium zelf wordt ook verlengd, wat weer ten koste gaat van een paar rijen.

Vrijdagavond, tijd voor Mahlers Achtste symfonie (die eigenlijk meer een grootschalige cantate is).

Als het klopt dat er vrijdagavond 420 uitvoerenden zijn (bijziend, schemerlicht, niet nageteld), is meer dan 20 procent van de mensen in de Grote Zaal muziek aan het maken. Dat gegeven alleen al maakt Gustav Mahlers Achtste symfonie bijzonder. Het is ook gewoon een waanzinnig stuk, chronisch onbegrepen door de mix van een pinksterhymne (Latijn) en tekst uit Goethes Faust (Duits).

Achter het Concertgebouworkest zitten, in het wit, het Nationaal Kinderkoor en Nationaal Jongenskoor. Op de podiumplaatsen, in het zwart, zien we zangers van het Groot Omroepkoor (Hilversum), Laurens Symfonisch (Rotterdam) en Le Chœur de l’Orchestre de Paris.

Achtste symfonie

★★★★☆

Door het Concertgebouworkest, Groot Omroepkoor, Laurens Symfonisch, Le Chœur de l’Orchestre de Paris, Nationaal Kinderkoor, Nationaal Jongenskoor en solisten, o.l.v. Klaus Mäkelä.

In de Achtste heb je (zoals in de Matthäus-Passion) koor I en koor II, maar daarbinnen is ook weer divisie. Het is vanavond niet zo dat het GOK tegen het koor uit Parijs in zingt; om tot een coherent klankbeeld te komen, zijn de leden van de koren gemengd.

Acht vocale solisten, mandolines, celesta, piano, harmonium, extra koper, slagwerk, en, o ja, het grote orgel: het stuk is een middelvinger naar iedere bezuinigingsoperatie, een kopstoot voor de efficiëntie. Ook al maakt het aantal musici indruk voor er een noot is gespeeld, zie je afbeeldingen van uitvoeringen van vroeger, dan zie je dat de koren steeds een beetje kleiner zijn geworden.

Je hoeft niet veel maten te horen om te concluderen dat het niveau van die koren gelukkig wel omhoog is geschoten. De groepen zijn wendbaar en precies.

Niet eerder hoorde ik een uitvoering van de Achtste waarin alles zo goed onder elkaar staat. Hier is duidelijk heel goed ingestudeerd en gerepeteerd. Dirigent Klaus Mäkelä, eindverantwoordelijk, lijkt erop gebrand om de zangers niet meteen al hun kruit te laten verschieten, om reliëf aan te brengen tussen keihard en ongelooflijk hard. Daardoor is het, gezeten op het frontbalkon, ook weer niet alsof er met het Veni Creator Spiritus een muur op je af komt.

De solisten: mooi bij elkaar gecast, hun timbres mengen erg goed. Met de voorslagjes en glijertjes van tenor Giorgio Berrugi is er wat opera in huis. Het Concertgebouworkest maakt in de daadwerkelijk symfonische passages van de gelegenheid gebruik om het beste van zichzelf te laten zien. De kinderen laten iedereen versteld staan met hun prachtige frisse klankkleuren en muzikale volwassenheid.

Kraamkamer van het zangtalent

De Nationale Koren zijn de kraamkamer van het zangtalent in Nederland, onmisbaar in een uitvoering als deze Achtste symfonie. Lees hier onze reportage terug uit 2021.

Altijd weer geweldig: die kleur van het harmonium, prachtig gespeeld door specialist Dirk Luijmes. En hoe hard het ook wordt, de Guarneri van concertmeester Vesko Eschkenazy komt overal mooi doorheen.

Soms denk je: het is nog een fractie te gecontroleerd, dit mag nog een paar procentpunt uitbundiger. Je moet het beest eerst temmen voor je ermee kunt spelen, en dat – voorspelling – gaat Klaus Mäkelä zondagmiddag doen, bij de tweede uitvoering. Nog ietsje vrijer, nog gelukzaliger.

De chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker, Kirill Petrenko, luistert mee. Zaterdagavond is hij aan de beurt, met de Negende

Internationale uitstraling

Opvallend aan het Mahler Festival, is het aandeel bezoekers uit Azië. Een hele Mahlerfanclub uit Taiwan, een uit Korea, en ook vanuit Hongkong kwamen er liefhebbers speciaal voor het festival naar Amsterdam. De Volkskrant-recensenten zaten de afgelopen dagen naast collega’s van Le FigaroDie Zeit en een medium uit Japan.

Vrijdag 16 mei

Marc Daniel van Biemen, violist van het Concertgebouworkest. Over hoe het is om in dat orkest te mogen spelen, bracht hij in 2023 een boek uit.

Hoe een violist zich voorbereidt op ‘het monster’: de Achtste

Als een musicus ’s avonds een belangrijk concert heeft, verwacht je dat hij twee dingen doet: studeren, voor zover nodig, en uitrusten. Dat laatste is in ieder geval niks voor Marc Daniel van Biemen (38). Vanavond speelt de violist met zijn Concertgebouworkest Mahlers omvangrijkste symfonie, de Achtste. Maar eerst heeft hij nog een ‘belachelijk druk’ programma af te werken.

‘We begonnen vanochtend met een repetitie waarbij we correcties hebben gedaan’, zegt Van Biemen. Correcties? ‘We nemen alles ook op om er een cd van te maken, en dan wil de dirigent zoveel mogelijk materiaal hebben om uit te kiezen. Ik geloof dat ze de generale repetitie gisteren ook hebben opgenomen, op basis daarvan zeggen ze: die bepaalde stukjes in de symfonie moeten we voor de zekerheid dubbel hebben. Normaal gesproken doe je zo’n sessie na het concert.’

We bellen rond lunchtijd. In de middag fietst hij weer even terug naar het Concertgebouw: in de Kleine Zaal is er een herdenkingsdienst voor Marinus Komst, de geliefde oud-paukenist die op 72-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van kanker. ‘Het is heel wrang. Het was zijn doel om de uitvoering van de Achtste nog mee te maken, maar het ging allemaal heel snel.’

Na de dienst gaat hij wéér repeteren. ‘Een uurtje met mijn strijkkwartet (het Alma Quartet, red.). Daarna ga ik door naar de boekpresentatie van Han de Vries (voormalig hoboïst van het Concertgebouworkest, lang voor Van Biemens tijd, red.). Dan even snel thuis wat eten en dan naar het concert.’

Marc Daniel van Biemen in het Concertgebouw.Marc Daniel van Biemen

Hoe zorgt hij ervoor dat hij dan niet al lang bekaf is? ‘Geen koffie en alleen maar thee.’ (Op de nagekomen vraag per WhatsApp volgt een knipoog.)

Vanaf maandag hebben ze aan de Achtste gerepeteerd, woensdag voor het eerst met de koren erbij. ‘Het is zo’n gigantisch mooi, over the top monster. Het was de enige Mahler die ik nog een keer moest spelen, ik denk het enige echt grote symfonische stuk in de canon dat ik nog nooit had gedaan. Dat geeft wel aan hoe bijzonder het is, hoe weinig het wordt uitgevoerd. Je hebt er zo veel mensen voor nodig, het is duur om uit te voeren.’

Is het stuk moeilijk om te spelen? ‘Dat valt voor de violen wel mee. Het lastigste is dat je steeds tegen jezelf moet blijven zeggen dat je niet harder moet spelen. Er is zo’n bak herrie om je heen, dat je gevoel is: wij moeten als vioolgroep ook harder, anders horen ze ons niet. Klaus (Mäkelä, de dirigent, red.) doet heel goed zijn best alles in balans te houden. Dit stuk is echt een belevenis. Grootser wordt het niet.

Het publiek in het Mahler Paviljoen in het Amsterdamse Vondelpark kijkt woensdag live mee hoe Jaap van Zweden Mahlers ‘Zesde symfonie’ dirigeert.

Zoeken naar de schemer in de Zevende volgens Jaap

Welke Mahler horen we donderdagavond op het Mahler Festival? Natuurlijk, op het programma staat de Zevende symfonie, de raadselachtigste aller Mahlers, het stuk waarvan de componist zelf in 1909 de Nederlandse première dirigeerde. De vraag luidt dan ook vooral: wordt het een poëtische of neurotische Mahler, een filosofische, melancholieke of getormenteerde Mahler?

De man met het stokje heet alvast Jaap van Zweden. Afgemeten aan optimisme en branie is hij Nederlands meest Amerikaanse dirigent. In zijn kielzog volgt het Chicago Symphony Orchestra, nog zo’n machinerie van wilskracht en ambitie. Voegt men dirigent en orkest samen in de Zevende symfonie, waar loopt dat dan op uit?

Een sixpack-Mahler. Daar kun je van alles van vinden (Mahler had een kippenborst; de man woonde in zijn hoofd). Maar in de loop van vijf kwartier klinkt in het Concertgebouw wel de soepelste, krachtigste, meest afgetrainde orkestmuziek denkbaar.

Jaap van Zweden en het Chicago Symphony Orchestra, donderdagavond.

Neem alleen al de curves waarin Van Zweden de violen plooit. Of de hallucinante trillers waarmee fluiten en klarinetten elkaar bestoken. Zelfs een tot de zaal doorgedrongen piep van een NL Alert (brand in de Amsterdamse haven) leidt amper af van de verbijsterende perfectie, luister maar na op NPO Klassiek.

Zevende symfonie

★★★☆☆

Door het Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Jaap van Zweden

Maar het raadsel van de Zevende – wat vertélt dit stuk? – wordt niet ontsluierd. Volgens Van Zweden gaat het over twijfel in de liefde. Mahlerologen vermoeden een zinnebeeldige tocht van nacht naar dag. Twee van de vijf delen kennen inderdaad de aanduiding Nachtmusik; elders noteert Mahler Schattenhaft (schaduwachtig).

En precies daar, in de schemer van de nacht, begint de deceptie. Poëzie is wat ontbreekt aan een Mahler die wordt neergezet als een ongehoord knappe prestatie.

15-05-2025

Cynthia Yeh hanteert de Mahlerhamer. De bezoekers achter haar zullen ruw worden gewekt.

Jaap doet het: vijf sterren voor het Chicago Symphony Orchestra

Onze trommelvliezen kunnen af en toe de decibellen amper aan, maar daarom zijn we hier, voor de beroemde blakende koperblazers van het Chicago Symphony Orchestra (CSO). Opgehitst door een imposante falanx van slagwerk rukken ze in de opening van Mahlers Zesde symfonie onverschrokken op. We zitten meteen op het puntje van onze stoel.

Het CSO, vanavond in een massale bezetting aanwezig, is het enige Amerikaanse orkest op het Mahler Festival. Vanaf 2027 zal het zijn chef-dirigent, Klaus Mäkelä, delen met het Concertgebouworkest, maar vandaag staat voor de Chicagoans Nederlands beroemdste levende dirigent, Jaap van Zweden.

Mahlers donkerste symfonie belooft geen hoop, verlossing of paradijs. De mens strijdt heldhaftig tegen het noodlot en verliest, in dit geval in een aaneenschakeling van glorieus gespeelde gevechten, door Van Zweden met militaire precisie geregisseerd.

Zesde symfonie

★★★★★

Door het Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Jaap van Zweden.

Tussen het geweld van het openingsdeel zetten warmbloedige strijkers het Alma-thema in, genoemd naar Mahlers echtgenote. Het voelt eerder als een wanhopige smeekbede dan een liefdesverklaring.

Het Scherzo is een nachtmerrie geschilderd in verschroeiend felle kleuren door balkende houtblazers en heulende hoorns, met het waggelende menuet als een surrealistisch tussenspel. Van Zwedens dirigeerstok vliegt uit zijn hand, een violist raapt het op. Iedereen speelt onverstoord door.

Te horen én te zien

De registraties van de avondconcerten zijn terug te zien op NPO Start, met uitzondering van die van het Chicago Symphony Orchestra (volgens een woordvoerder van het Concertgebouw wegens voorwaarden van de muzikantenvakbond in de Verenigde Staten). De Zesde symfonie is wel terug te horen op de site van NPO Klassiek.

Glimmende violen bieden respijt in het Andante, maar de troost zoekende hobo- en hoornsolo’s klinken slechts als een luchtspiegeling van geluk, ver en onbereikbaar. Het slotdeel is een overrompelend klankspektakel. De held voert een titanische strijd, maar wordt geveld door de gigantische houten Mahlerhamer. De twee verpletterende slagen moet je echt live horen. Opnamen kunnen onmogelijk het hartverlammende schrikeffect weergeven

In het Vondelpark zijn extra banken geplaatst voor wie gratis mee wil luisteren naar wat er in het Concertgebouw gebeurt.

Had dat paviljoen dus tóch op het Museumplein gekund

In april besloot de gemeente Amsterdam dat de Mahler Nights (het buitenprogramma van het Mahler Festival) niet meer op het Museumplein (tegenover het Concertgebouw) plaats konden vinden. Ajax zou zich tot kampioen van de eredivisie kunnen kronen, dus moest de klassieke muziek wijken voor een eventuele huldiging van de Amsterdamse voetbalploeg. De concertvertoningen op groot scherm konden elders een plekje krijgen, in het Vondelpark.

Die verhuizing blijkt voor niets te zijn geweest. Ajax, dat vorig seizoen nog met 0-4 en 6-0 van Feyenoord verloor en zelfs even de 18de plaats bezet hield, verspeelde woensdagavond in de 33ste speelronde de koppositie aan PSV. FC Groningen maakte diep in de blessuretijd de gelijkmaker, terwijl PSV zijn wedstrijd wel won. De Eindhovenaren hebben nu een punt meer.

Gelukkig hoefde Ajax-fan Jaap van Zweden het niet aan te zien: hij dirigeerde gisteravond een steengoede Zesde symfonie bij het Chicago Symphony Orchestra.

Kijk nou hoe knus!

Mahlerianen hoeven niet langer bang te zijn dat hun concerten zullen worden verstoord door in wit-rood uitgedoste bengeltjes. De ontknoping van de eredivisie valt samen met de ontknoping van het Mahler Festival, op zondag. Mocht Ajax alsnog kampioen worden, dan zal de huldiging sowieso niet diezelfde dag op het Museumplein plaatsvinden.

Concertgebouw-directeur Simon Reinink zei vorige week donderdag tegen de Volkskrant dat hij gemengde gevoelens had bij het besluit om het festivalterrein te verplaatsen. De festivalsfeer is anders als je niet na het concert in het feestgedruis terechtkomt, daar staat volgens Reinink tegenover dat het paviljoen in het Vondelpark sfeervoller is door de beschutting van de bomen. ‘Mahlers symfonieën zitten vol natuurgeluiden, nu hoor je er ook echte vogels bij.’

Helaas is er niet voor iedereen plek in het Mahler Paviljoen.

Een minpuntje van de verplaatsing, was dat er bij de vertoningen van de concerten in het Vondelpark plek was voor 1500 bezoekers. Op het Museumplein hadden er 500 mensen meer terecht gekund. Wegens grote belangstelling heeft het Concertgebouw extra banken laten plaatsen, waardoor er nu 1600 mensen kunnen zitten.

Naast extra banken, zijn er ook extra hekken geplaatst om publiek te weren dat over de hekken klimt als het Paviljoen vol is. Voor het Concertgebouw is de schade van de late verhuizing te overzien, zei Reinink: de gemeente Amsterdam zal de extra gemaakte kosten compenseren

14-05-2025

Schattig! Marina Mahler, kleindochter van Gustav, met dirigent Iván Fischer. Marina Mahler is eregast op het festival.

Huilen bij Das Lied von der Erde

Aanstaande zondag spelen de Berliner Philharmoniker Mahlers Das Lied von der Erde, maar vanmiddag brengt pianist Julius Drake in de Kleine Zaal de pianoversie van deze symfonie vermomd als liedcyclus.

Drake denkt dat, in tegenstelling tot de andere liederen van Mahler, deze cyclus. altijd voor een volledig orkest was bedoeld. ‘De pianopartij is de ongemakkelijkste uit zijn hele liedoeuvre.’

De pianobegeleiding mag minder verfijnd zijn, maar Drake kan zelfs met de kaalste noten van alles suggereren, van een mistig meer in Der Einsame im Herbst tot gezellig keuvelende vrienden in Von der Jugend.

Das Lied von der Erde met pianobegeleiding

★★★★☆

Door Feride Büyükdenktas (mezzosopraan), Stuart Jackson (tenor) en
Julius Drake (piano).

Ook zonder een driftig strijkend en schetterend orkest is de tenorpartij een gruwel: meedogenloos hoog en moeilijk te intoneren, vooral in Das Trinklied vom Jammer der Erde. De Engelse tenor Stuart Jackson opent met breed vibrerende uithalen, maar zingt steeds strakker en gecontroleerder. Hij communiceert fantastisch en laat geen emotie in de oude Chinese gedichten over de wrede vergankelijkheid van het leven onderbelicht.

De Turkse mezzosopraan Feride Büyükdenktas zingt ingetogener maar niet minder expressief. In het slotlied, Der Abschied, met een gevoelvolle interlude van Drake, gloeit haar stem vol hunkering naar de eeuwige rust.

Julius Drake met Feride Büyükdenktas en Stuart Jackson.

Gespot in het publiek: presentatoren Hanneke en Gijs Groenteman. Moeder en zoon bezoeken alle festivalconcerten. Wat vonden ze van het recital? ‘Prachtig, maar we zijn te dom om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen’, zegt Gijs, die in de podcast Mahler! De symfonieën een intensieve cursus-Mahler volgt bij bariton Thomas Oliemans en musicoloog Thomas de Jonker.

‘Alles wat je zegt over muziek schiet gewoon tekort’, voegt Hanneke toe. ‘Ik moest huilen.’ Zij was vast niet de enige

Podcast

De Mahler-podcast van Groenteman, Oliemans en De Jonker (in opdracht van het Concertgebouw) is hier te beluisteren. Is 20 uur u toch iets te lang? Lees dan onze spoedcursus over de tien symfonieën.

De zwaarste taak voor een musicus: het bespelen van de Mahlerhamer

Vanavond, in Mahlers Zesde symfonie, maait Cynthia Yeh een gigantische houten hamer door de lucht. De klappen die de slagwerker van het Chicago Symphony Orchestra uitdeelt, landen op een houten blok: het Mahlerblok.

De hamerklappen symboliseren tragische gebeurtenissen uit Mahlers leven. Ze zullen door de Grote Zaal dreunen als een aardschok.

Waar moet je als hamerspeler op letten? Mark Braafhart, slagwerker bij het Concertgebouworkest, heeft het Mahlerblok in de Zesde meerdere keren bespeeld. Hij legt het uit: alles draait om timing.

Mark Braafhart speelde hamerslag in de Philharmonie in Berlijn in 2022 met het Concertgebouworkest in Mahlers Zesde symfonie.Concertgebouworkest / Fabian Schellhorn

Braafhart: ‘Je hamer hangt op een bepaald moment in de lucht, terwijl het orkest een groot ritenuto (het tempo vertraagt, red.) speelt. Dan geldt één natuurwet: als die hamer eenmaal omlaag valt, kun je niet meer terug. De dirigent moet snappen hoe lang die hamer onderweg is. Als je goed naar elkaar kijkt en mee-ademt met de koperblazers, dan komt iedereen precies op de eerste tel van de volgende maat terecht.’

Althans, als alles goed gaat.

Heb je als hamerspeler iets aan je klassieke slagwerktechniek? Braafhart kreeg er op het conservatorium in elk geval geen les in. ‘Het is een kwestie van oefenen’, zegt Braafhart. ‘De hamer moet zo plat en recht mogelijk op het blok landen, opdat het precies klinkt zoals Mahler omschrijft: dof en vlak, als een bijl die in het hout hakt.’

Dat lijkt best te doen. Kan niet iedereen zo’n Mahlerblok bespelen? ‘Oefen het een paar keer en jouw klap klinkt hetzelfde als bij mij. Maar het gaat om die timing. En nee, dat lukt je echt niet zomaar.’

Anna Lucia Richter, dinsdagavond bij het Boedapest Festival Orkest.

Een swingende begrafenismars in de Vijfde

Dinsdagavond, dag 6 van het Mahler Festival. In het Concertgebouw oogsten drie figuren de meeste lof: dirigent Iván Fischer, mezzosopraan Anna Lucia Richter en hoornist Zoltán Szőke.

Eerder deze week walsten Fischer en zijn Boedapest Festival Orkest (BFO) de Grote Zaal plat met hun uitvoering van Mahlers Tweede symfonie. Vanavond sluiten ze hun aandeel aan het Mahler Festival af met de Kindertotenlieder en de Vijfde symfonie.

De Duitse mezzo Anna Lucia Richter zingt de Kindertotenlieder magnifiek. In het eerste lied, Nun will die Sonn so hell aufgeh’n, glijdt haar stem soepel over Mahlers ingetogen, mysterieuze orkestpartij. Het hoogtepunt zit aan het einde. Het BFO begint het slotlied In diesem Wetter als een wervelstorm, Richter duikt er zelfverzekerd in. De puls en timing zijn perfect. Richter smeedt hartverscheurend mooie zanglijnen en intoneert piekfijn.

Vijfde symfonie en Kindertotenlieder

★★★★☆

Door het Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer

In de lastige Vijfde symfonie (1902) dendert de muziek soms vooruit, om even later als een koorddanser boven het podium te zweven. In het openingsdeel licht Iván Fischer subtiel accenten uit, waardoor de muziek gaat golven. De begrafenismars krijgt ineens een duistere swing.

Iván Fischer haalt de eerste hoornist naar voren voor een solo.

Te midden van het compacte, warme koper blinkt eerste hoornist Zoltán Szőke uit. Zijn solo in het Scherzo is stabiel en teder tegelijk. Is alles vanavond perfect? Dat ook weer niet. Op bepaalde momenten ontbreekt de furie. Neem het begin van het tweede deel: dat kan venijniger. De muziek moet als een stormram vooruit denderen, maar het lijkt alsof Fischer vooral de boel bij elkaar probeert te houden.

De finale is knap gemonteerd. Aan het begin delen houtblazers messcherpe sforzando-accenten uit, vlak voordat de celli en contrabassen hun fuga inzetten. Het polyfone spel van de strijkers is gretig en vurig, maar toch transparant. Als de razende stroom uiteindelijk afremt, en de koperblazers een fenomenaal D-grootakkoord lanceren, voelt het eventjes alsof Gustav zelf voor het orkest staat.

Jaap is terug

Vanavond maakt Jaap van Zweden zijn opwachting op het Mahler Festival. De meest succesvolle Nederlandse dirigent sinds Bernard Haitink zal de Zesde symfonie dirigeren bij het Chicago Symphony Orchestra. Donderdagavond leidt hij bij datzelfde orkest Mahlers Zevende.

In 2019 dirigeerde hij de Zevende bij het Concertgebouworkest. De Volkskrant sprak hem over hoe hij dat stuk instudeerde. Lees het hier terug.

13-05-2025

Ying Fang, onthoud die naam!

Ying Fang is een droom (en een zielenpoot geeft een recensie in één woord)

Dé grote ontbrekende op het Mahler Festival is het orkest van de Wiener Philharmoniker. Op de editie van 1995 waren ze er nog bij, ook in 2020 stonden ze op het affiche. Die editie moest worden geannuleerd in verband met corona, wat dit Mahler Festival een van de laatste grote inhaalevenementen maakt in de kunsten. Orkesten plannen in de regel jaren vooruit; zeker de Wiener, die ook verplichtingen hebben bij de opera. Volgende keer dan maar.

Op een bepaalde manier doet het NHK Symphony Orchestra uit Tokio, dat maandagavond voor Mahlers Vierde symfonie tekent, toch aan de Wiener denken. Niet qua klank, wel aan het feit dat er amper vrouwen in spelen. Voor de pauze telt de recensent twaalf vrouwen (of, veiliger geformuleerd: mensen zonder rokkostuum).

Voorafgaand aan de symfonie klinken er vijf van Mahlers orkestliederen op teksten uit Des Knaben Wunderhorn: Duitse volkspoëzie, verzameld en bewerkt in het begin van de 19de eeuw. De Duitse bariton Matthias Goerne zingt ze even charismatisch en beweeglijk als altijd. Zijn topnoten lijken vloeibaar, zijn lage register is vol en krachtig. Goerne blijft een superieur verhalenverteller die zich mede door uitstekende timing altijd een weg weet te banen door de orkestrale massa.

Vierde symfonie en liederen

★★★☆☆

Door het NHK Symphony Orchestra o.l.v. Fabio Luisi, met Ying Fang (sopraan) en Matthias Goerne (bariton).

Maar het orkest: hmm. Vooral het koper klinkt een beetje flets. Het contrast met het dansant fraserende Boedapest Festival Orkest, dat zaterdag zo’n indruk maakte (scroll maar naar beneden), kan haast niet groter. De solo’s klinken allemaal zo afgemeten, steriel; alsof registerwisselingen, rauw- en speelsheid niet mogen bestaan. Je krijgt een klarinettoon als een streep die precies stopt waar de volgende noot volgens de partituur moet beginnen. Je vraagt je af of dit nou een stijlopvatting is of dat er nog ruimte is voor groei.

Dan, na de pauze: de Vierde. De dirigent, de Italiaan Fabio Luisi, is troef 1. Hij kiest voor veel contrast in tempi binnen de delen en het orkest schakelt vloeiend. Al naargelang de symfonie vordert, wordt het steeds wat beter, zozeer dat je als recensent eigenlijk een verschillend aantal sterren per deel zou moeten uitdelen.

Het NHK, maandagavond.

Het Ruhevoll, poco adagio wordt laag voor laag opgebouwd: dit is wat. Als het strijkerscorps gewoon ‘mooi’ mag spelen, klinkt het ook écht heel mooi. Het is niet in het voordeel van de Japanners dat Mahler ook om zoveel bitter vraagt.

En in dat slot, het lied Das himmlische Leben, dient troef 2 zich aan: sopraan Ying Fang. Ying Fang is een droom. Ze zingt zo smaakvol, met lichte toets, maar toch draagkrachtig.

Zo gaat het publiek toch nog jubelend naar huis. Behalve die ene man die keihard ‘boe’ roept als dirigent Luisi de concertmeester uitlicht. Kom op, zo’n drama was het niet

12-05-2025

Het NHK Symphony Orchestra uit Tokio onder leiding van Fabio Luisi.

Het NHK: de verrassing van het festival

Noem het NHK Symphony Orchestra uit Tokio gerust de grote onbekende op het Mahler Festival. De grote verrassing ook, trouwens. Want wat een kleur, wat een discipline, wat een kracht schuilt er in dit orkest onder leiding van de Italiaanse dirigent Fabio Luisi. Er borrelt iets onder de contrabassen. Er krioelt iets tussen het koper.

Op zondagavond, de vierde avond van het Mahler Festival, zijn we aanbeland bij de Derde symfonie. Mahlers zesdelige meesterwerk uit 1896 draagt de hele kosmos in zich mee, van het huiveringwekkende ontstaan van de wereld tot bloemetjes in de weide. Zelfs engelen verschijnen aan de hemel.

God schiep de sterren en de aarde met zijn woord, Fabio Luisi schept de Derde symfonie met het NHKDe dirigent speelt organisch met snelheid en dynamiek. De hoorns blazen hun legendarische openingsstatement in een vurig tempo, vanuit de duisternis rijst het orkest op. Epische trompetten schallen richting de kroonluchters, gevolgd door strijkers die beven van angst.

Derde symfonie

★★★★☆

Door het NHK Symphony Orchestra o.l.v. Fabio Luisi, het Groot Omroepvrouwenkoor, Nationaal Kinderkoor, Nationaal Jongenskoor en Olesya Petrova (mezzosopraan)

Als geheel is het NHK betoverend, maar de solopassages zijn gewoon degelijk. Van de trombonesolo in het openingsdeel tot de klarinet die de koekoek uitbeeldt – het is vakkundig, maar er ontbreekt een magisch randje. Halverwege de ruim anderhalf uur durende symfonie krijgen ook de hoornisten het zwaar. Bij ingetogen momenten beginnen nootjes te haperen, inzetten zijn niet altijd raak.

De Russische mezzosopraan Olesya Petrova zingt het langzame O Mensch gib acht!. Mahler noemt het vierde deel uit zijn symfonie Wat de mens mij vertelt. Petrova zingt over het lijden, maar ook over de vreugde. Haar volle, donkere stem prevelt hypnotiserend de openingswoorden ‘O, Mensch’. Petrova’s klank is er perfect voor, al zingt ze eerder dramatisch dan bezinnend, met dik aangezette noten en een vibrato als een draaikolk.

De hoornsectie van het NHK.

Tijd voor hogere sferen. Het Groot Omroepvrouwenkoor, het Kinderkoor en het Nationaal Jeugdkoor staan boven het orkest opgesteld. ‘Bim, bam!’ klinken de kinderstemmen in het vijfde engelendeel. ‘Es sungen drei Engel einen süßen Gesang’, volgen de vrouwen. Met stemmen helderder dan de lichten aan het plafond, is het alsof de poorten naar de hemel opengaan. Het apocalyptische orkest probeert ze mee te sleuren, de onderwereld in – tevergeefs. Werkelijk subliem.

De avond eindigt vol liefde – want daar gaat Mahlers laatste deel over: de liefde voor alles om ons heen, liefde voor God. Dik twintig minuten lang leidt dirigent Fabio Luisi de Japanse strijkers naar emotionele hoogte- en dieptepunten.

Vlak voor de eindclimax toornen de koperblazers nog eenmaal boven het orkest uit, waarna het NHK Symphony Orchestra het allesomvattende, magistrale D-grootakkoord inzet, dat deze symfonie met recordlengte afrondt. Frappant: Luisi laat het slotakkoord subtiel uitsterven, als een laatste zonnestraal die aan de horizon uitdooft.

Het NHK Symphony Orchestra.

11-05-2025

Sopraan Jeannette van Schaik wordt in het Rijksmuseum begeleid door niemand minder dan Gustav Mahler zelf.

Mahler speelt Mahler

Zondagmiddag waart Mahlers geest rond in het Rijskmuseum. In het auditorium zingt sopraan Jeannette van Schaik. Naast haar bespeelt de onzichtbare Gustav zelf zijn eigen muziek op de vleugel.

Genoeg spookverhalen. De werkelijkheid is minder spannend, maar minstens zo fascinerend. In 1905 legde Mahler zijn spel vast op pianolarollen. Een pianola is een zelfspelende piano die muziek afspeelt via een mechanisch systeem met geperforeerde papieren rollen. Wanneer de rol draait, worden toetsen automatisch ingedrukt. De rollen geven ons veel informatie over de uitvoeringspraktijk van die tijd.

De pianolarollen die Van Schaik begeleiden, zijn dus door Mahlers eigen vingers ingespeeld. Normaal gesproken speelt de pianist in dienst van de zangeres. Maar deze middag moet Jeannette van Schaik haar best doen Mahlers vingers te volgen.

De rol met daarop de ‘geperforeerde’ muziek van Mahler, ingespeeld door de componist zelf.

‘Het voelt als een hele eer’, zegt Van Schaik na afloop. ‘De allereerste keer dat ik Mahler zélf naast mij hoorde spelen, kreeg ik kippenvel. Wat me wel verraste, is dat Mahler veel sneller speelt dan we tegenwoordig doen. We horen hier Mahler als solopianist, niet als begeleider.’

Wat onthullen de pianolarollen over Mahlers manier van spelen? Van Schaik: ‘Het pianolaspel klinkt vast iets mechanischer dan hoe Mahler in het echt geklonken heeft. Mahler varieert continu in sfeer, kleur en tempo. Zijn rechterhandspel is heel vrij.’

Tijdens het lied Das himmlische Leben gniffelde Van Schaik: de onzichtbare componist-vertolker zat met zijn snelle nootjes te prutsen. Lachte ze hem nou stiekem uit?

‘Haha, ik zou niet durven! Natuurlijk wist ik vooraf dat hij dit deel slordig heeft ingespeeld. Ik heb de Vierde symfonie (waarvan het lied Das himmlische Leben de afsluiter is, red.) met orkest gezongen, dat is een totaal andere ervaring. Mahlers pianolaopname klinkt meer als een improvisatie: je neemt een kijkje in zijn geniale brein.

Beeld van Gustav Mahler in het Concertgebouw, Amsterdam. De buste is gemaakt door Anna Mahler, de dochter van de componist, en te vinden in de gang achter het orgel in de Grote Zaal.

Chaos in de Kleine Zaal

Klats! Daar kukelt de tablet van Shin Sihan, eerste violist van het jonge Chianti Ensemble, op de grond. Een schok gaat zondagochtend door de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Gebarsten scherm? Het valt mee – zijn partij van Mahlers Pianokwartet in a-klein (1876) verschijnt gewoon in beeld.

De vierde dag van het Mahler Festival begint met kamermuziek. Gustav Mahler, componeerde die ook instrumentale kamermuziek? Ja. Eén stuk welteverstaan, althans, dit pianokwartet is het enige wat bewaard bleef. En dan voltooide de 16-jarige Mahler ook slechts het openingsdeel.

Mahler, Webern en Dvořák

★★★★☆

Door het Chianti Ensemble

Na de chaotische start blijft de onrust voelbaar. Halverwege het werk, tijdens de doorwerking, maakt dat gelukkig niks uit. De hartstocht waarmee Sihan de noten uit zijn viool sleurt, is stormachtig enerverend. Met kaarsrechte rug en ferme maar soepele rechterarm leidt hij het ensemble. Contrasterend, en soms nog mooier, is het muzikale, bedachtzame spel van altviolist Takehiro Konoe.

Hoe onstuimig Mahlers pianowartet begon, zo subtiel en rustig is Langsamer Satz, een vroeg, romantisch strijkkwartet van Anton Webern, een van de vernieuwers in Wenen van de generatie na Mahler. Vooral in de zachte, bezinnende passages laat het Chianti Ensemble de harten van de bezoekers smelten.

Diezelfde bezoekers negeren keihard de etiquette in Antonín Dvořáks Tweede pianokwintet. Direct na het eerste deel barst het applaus los. Klappen tussen de delen – dat hoort toch niet? Na zulk hartstochtelijk spel trekt niemand zich er wat van aan. Terecht

Het Boedapest Festival Orkest, zaterdagavond in Mahlers ‘Tweede symfonie’.

Vijf welverdiende sterren voor het orkest uit Boedapest

Waar blijft Iván Fischer? De dirigent is zaterdagavond van het podium gelopen via de beroemde Concertgebouwtrap, na het eerste deel van Gustav Mahlers Tweede symfonie. De componist vroeg om een pauze van vijf minuten na dat eerste deel, een wens die soms nog wordt gerespecteerd. Maar nu denk je toch even: het zal toch allemaal wel goed gaan met de dirigent? Fischer is inmiddels ook al 74.

We zaten er net lekker in. Understatement: het was fantastisch.

Het Boedapest Festival Orkest is anders dan alle andere orkesten op het Mahler Festival. De Berliner Philharmoniker en het Concertgebouworkest gaan al bijna anderhalve eeuw mee; het Chicago Symphony Orchestra komt uit 1904; het NHK uit Japan bestaat nog net geen eeuw. Het orkest uit Boedapest daarentegen is in 1983 mede opgericht door Iván Fischer. Het is door hem gevormd, dat het hier geprogrammeerd staat, is niet mede te danken aan traditie, een platenkast uit een ver verleden.

En al is het orkest ‘nieuwer’, toch krijg je luisterend de indruk dat het kan bogen op speeltradities die veel verder teruggaan.

Met stoïcijnse tred keert Fischer terug op het podium. Het langzame tweede deel, een Ländler, kan overkomen als suikerzoet. Maar zoals dit orkest het speelt, hoor je het nooit. Door die accenten, subtiele vertragingen en knikjes krijg je een veel rijker ritme dan er genoteerd staat.

Tweede symfonie

★★★★★

Door het Boedapest Festival Orkest en het Groot Omroepkoor o.l.v. Iván Fischer

Toen Fischer in 2022 al Béla Bartóks drie pianoconcerten kwam dirigeren bij het Concertgebouworkest, zei hij dat alleen een Hongaar echt kan begrijpen wat Bartók deed, omdat Bartóks muziek zo verbonden is met de Hongaarse volksmuziek en taal – een boude bewering waar je weinig zinnigs over kunt zeggen als je geen Hongaars spreekt.

Maar hoor deze Mahler-uitvoering en je bent geneigd te denken dat Fischer, die als Centraal-Europeaan met Joodse achtergrond ook wat betreft Mahler cultureel gezien dichter bij de bron zit, het wel zal weten, want zijn Mahler danst zo anders dan bij ons. Elke frase voelt alsof er logica achter schuilt.

Elke pizzicato (snarenpluk) is goed getimed, elk crescendo is spannend. Veel orkesten overrompelen je uiteindelijk wel met volume: daartoe biedt Mahler genoeg gelegenheid. Maar Fischer is niet uit op de decibellenkicks. Het orkest zuigt de luisteraar naar zich toe.

Anna Lucia Richter (links) en Christiane Karg (rechts) flankeren dirigent Iván Fischer.

Tot in het slagwerk biedt het orkest fascinerende klankkleuren. Intrigerend koper, omfloerste fluiten, zingend riet: wat heeft de soloklarinettist een mooi legato. De trombones die vooruitwijzen naar wat het koor straks mag zingen: dat bittertje in die klank, het is zo mooi. In dit orkest spelen de musici werkelijk sámen. Het orkest stemt geweldig, de balans tussen de groepen kan niet beter.

Mahler schreef in zijn Tweede ook musici voor die aan het zicht onttrokken spelen, de muziek moet uit de verte klinken. Fischer heeft zijn blazers en slagwerkers daarvoor op verschillende plekken rondom de zaal, de gangen boven en beneden, opgesteld. We krijgen meer surround dan we gewend zijn.

Dan de solisten. Mezzo Anna Lucia Richter (mezzo) zingt met veel lichtheid en neemt veel vrijheid, sopraan Christiane Karg heeft volop finesse. Ook het Groot Omroepkoor toont vele kleurschakeringen.

Maar dit orkest, ongelooflijk. Oostenrijk-Hongarije leeft. Ergens is het nog 1894, hier, op dit podium in het Concertgebouw

Het Mahler Paviljoen in het Amsterdamse Vondelpark bij de openingsavond van het festival.

Drone verstoort uitzending concert in het Vondelpark

De livestreams van de concerten die het Concertgebouw uitzendt in het nabijgelegen Vondelpark, zijn zo populair dat er zaterdagavond voor driehonderd mensen geen plek meer was. Maar wie wel een zitplaats kon bemachtigen, heeft allicht toch niet alles van de uitvoering van Mahlers Tweede kunnen horen.

Er vloog namelijk een drone langs die een keihard geluid zou hebben gemaakt. De drone zou illegaal over het park zijn gevlogen. Hoewel de drone niet recht boven het publiek vloog, heeft het Concertgebouw melding gedaan bij de politie.

In het Concertgebouw zijn vele extra microfoons opgehangen. Via een straalverbinding worden de symfonie zo getrouw mogelijk in surround afgespeeld. Om 17.00 zal de Tweede, door het Boedapest Festival Orkest, opnieuw in het park worden uitgezonden voor wie de uitvoering nog eens droneloos wil (her)beleven

10-05-2025

Sopraan Elise van Es

Drie symfonieën repeteren op één dag: Elise van Es doet het eventjes

De orkesten nemen tijdens de symfonieënmarathon elk twee stuks voor hun rekening. De vrouwen van het Groot Omroepkoor (GOK) moeten zelfs drie keer opdraven: in de TweedeDerde (waarin Mahler een vrouwenkoor en jongenskoor voorschrijft) en Achtste. Nummer twee staat voor vanavond gepland met het Boedapest Festival Orkest.

Kijk naar het schema van sopraan en koorlid Elise van Es en er bestaat een kans dat u denkt: what the fuck.

‘Vanochtend moest ik repeteren voor de Achtste, in Rotterdam’, zegt Van Es. ‘Daarna heb ik in de trein geluncht om op tijd te zijn voor de repetitie in Hilversum (de thuisbasis van het GOK, red.) waar we met orkest (het NHK uit Tokio, red.) de Derde hebben voorbereid. Nu ga ik naar Amsterdam. Om 18.45 uur hebben we de zaalrepetitie voor de Tweede. En om 20.15 uur begint het concert.’

De Tweede heeft ze niet eerder met het Boedapest Festival Orkest gerepeteerd. ‘Ik denk dat dat niet kon door de planning van het Concertgebouw’, zegt Van Es. ‘Iedereen wil repeteren en er zijn ook extra concerten bijgekomen in de middag. We hebben straks drie kwartier. Het komt wel goed, iedereen heeft dit stuk al vaak gezongen. We zingen het uit ons hoofd.’

Repetitie van Mahlers ‘Derde symfonie’ in de studio aan de Heuvellaan in Hilversum, de thuishaven van (onder meer) het Groot Omroepkoor.Elise van Es

Dat ze vanochtend in Rotterdam repeteerde, zit zo. Ze heeft (zoals veel zangers) een halve baan bij het Groot Omroepkoor. Aan de Achtste doen, naast het Nationaal Kinderkoor en Nationaal Jongenskoor, drie professionele koren mee: het GOK, het Choeur de l’Orchestre de Paris en het Laurens Symfonisch. Dat laatste koor komt voort uit de cantorij van de Rotterdamse Laurenskerk. Dat koor nodigde Van Es uit om als freelancer mee te zingen, waardoor ze straks alsnog haar GOK-collega’s ontmoet.

Alle koren repeteerden in hun eigen repetitieruimten het stuk in, álle partijen. ‘In totaal hadden we vijf repetities met het Laurens Symfonisch, maandag is de eerste met alle koren samen onder leiding van Benjamin Goodson (de chef-dirigent van het GOK, red.). Dan zijn er nog vier onder leiding van Klaus Mäkelä.’ Die moet de boel met het Concertgebouworkest tot een goed einde zien te brengen.

Muziekredacteur Merlijn Kerkhof zong in 2018 ‘embedded’ mee in het Groot Omroepkoor in de Achtste symfonie met het Rotterdams Philharmonisch onder leiding van Yannick Nézet-Séguin. Lees het verhaal hier terug.

Of het moeilijk is om drie symfonieën door elkaar te doen? ‘Dat valt mee’, zegt Van Es. ‘We hebben veel vooruit gewerkt. De stukken zijn zo anders, dat je niet ineens een fout maakt. In de Achtste hebben we verreweg het meest te zingen. Je moet daarin vooral goed weten wat je aan het doen bent, jezelf niet overzingen. Je hebt straks een enorme bak geluid, met 160 professionele koorzangers.’

Waar ze het meest naar uitkijkt? ‘Het slot van Mahler Acht, dan zijn wij uitgezongen maar gaat het orkest nog een dikke minuut door. Dan heb je zó’n ontlading. Toen ik het in 2018 met Yannick Nézet-Séguin zong, stroomden op het einde de tranen over zijn wangen. Ik ben heel benieuwd wat Klaus Mäkelä met dat slot gaat doen. En dat moment vanavond in de Tweede dat wij ‘Aufersteh’n, ja aufersteh’n’ zingen, dat is zo gaaf, daar kijk ik ook enorm naar uit.

Het Concertgebouworkest, vrijdagavond. Mocht u zich altijd al hebben afgevraagd waar in de zaal de recensent van de Volkskrant nou zit: hier dus ongeveer (klein beetje naar rechts).

Ongeneeslijke weltschmerz

Het Concertgebouworkest heeft vrijdagavond de symfonieënmarathon van het Mahler Festival dan echt afgetrapt. Maar voordat de gastheer onder leiding van aanstaand chef Klaus Mäkelä de Eerste symfonie voorschotelde, klonk een werk van de Zweed Anders Hillborg (70), die een eerbetoon aan de meester heeft gecomponeerd.

In zijn nieuwe stuk Hell Mountain, vernoemd naar het Höllengebergte, vlak bij een van Mahlers componeerhuisjes, bereiken zeer traag bewegende klankgolven steeds grotere, schreeuwende pieken. De Mahleriaanse elementen zijn onmiskenbaar – houtblazers die vogels nabootsen, hoornkoralen, noodlottige paukenslagen –, maar ze worden bekeken door een eigentijdse, post-tonale lens.

In de Eerste symfonie kust Mäkelä de natuur teder uit haar winterslaap en choreografeert hij levendige, sierlijke boerenwalsjes. De groteske dodenmars had sarcastischer gekund, maar het slotdeel, vol ongeneeslijke weltschmerz, is tot en met de hemelbestormende finale magnifiek.

Eerste symfonie & Hell Mountain

★★★★☆

Door het Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä

Mäkelä zal zich uiteraard bewust zijn van zijn illustere voorgangers, maar hij kiest vol vertrouwen zijn eigen weg. Zijn Eerste is zachtaardig en meevoelend, met de nodige bloedstollende momenten. Hij profiteert van een ritmisch gedisciplineerd en gevoelig articulerend orkest dat zijn visie realiseert. Het Concertgebouworkest ‘woont’ gewoon in Amsterdam, maar we mogen de zijdeachtige strijkers en de geweldige (hout)blazers nooit als vanzelfsprekend beschouwen.

Zeer aan te bevelen voor concertbezoekers zijn de Mahler Talks van Morten Solvik (lees hier ons interview met hem terug). In zijn lezingen ontleedt hij Mahlers symfonieën en strooit hij met interessante weetjes. Wist u bijvoorbeeld dat de jonge Mahler een carrière als martelaar ambieerde?

Het concert is terug te luisteren op de site van NPO Klassiek. Vanmiddag wordt de Eerste nogmaals gespeeld. Vanavond klinkt de Tweede door het Boedapest Festival Orkest onder leiding van Iván Fischer

09-05-2025

Bariton James Newby.

Stralende topnoten in Mahlers liederen

Tijdens het Mahler Festival klinken niet alleen zijn symfonieën. Zo is er ’s middags ook volop aandacht voor zijn liederen.

Het recital van vrijdagmiddag is het eerste in een reeks waarbij pianist Julius Drake verschillende jonge, al gevestigde zangers in het complete liedoeuvre van Mahler begeleidt. Vandaag staan naast zijn vleugel James Newby en Catriona Morison, een romige mezzosopraan met de stralende topnoten van een sopraan. Leuk dat ze met vroege liederen van Mahler beginnen, want die horen we minder vaak.

Lieder eines fahrenden Gesellen & Rückert-Lieder

★★★★☆

Door Catriona Morison (mezzosopraan), James Newby (bariton) en Julius Drake (piano)

Vreugde, wanhoop, razernij: bariton James Newby voelt elk woord, acteert elke zin, wiegt met zo’n quasi-volksdeuntje als Hans und Grete mee. Een muisstille Kleine Zaal van het Concertgebouw huivert bij zijn verzengende vertolking van de cyclus Lieder eines fahrenden Gesellen, muziek én tekst van Mahler. We vergeten vaak dat Mahler ook verdienstelijk kon dichten.

Drake is de gedroomde recitalpianist, volgt de zangers vloeiend in expressie en dynamiek. Morison zingt innig in de andere cyclus van vandaag, de Rückert-Lieder, maar haar stem glorieert in het grote gebaar. Na de opwelling van existentiële angst in Um Mitternacht moet ze even bijkomen, en wij ook

Lorenzo Viotti in actie, donderdagavond, bij het Nederlands Philharmonisch. Het theatrale concert ‘Dear Mahler’ diende als ouverture voor het festival.

Een theatraal openingsconcert

Ze is er. Twee stoelen van de recensent vandaan, op het frontbalkon van het Concertgebouw, zit een vrouw met wit haar en een uitgesproken rode bril. Marina Mahler is de kleindochter-van. Geboren in 1943 in Londen, ze heeft haar opa Gustav (1860-1911) dus nooit ontmoet. Ze is als pleitbezorger van haar opa eregast op het festival.

Donderdagavond hoort ze hoe het Nederlands Philharmonisch het festival opent onder leiding van dirigent Lorenzo Viotti. Opvallend: toch nog wat lege stoelen, wellicht omdat dit concert later aan de al snel uitverkochte serie is toegevoegd. In deze theatrale ouverture (Dear Mahler), met acteurs Bram Suijker en Charlie Chan Dagelet, klinkt muziek uit verschillende symfonieën (1, 5 en 9) en een stukje Wagner (O du, mein holder Abendstern). Soms wordt er doorheen gesproken door de acteurs, zanger Florian Boesch en Lorenzo Viotti.

Dear Mahler

★★★☆☆

Door het Nederlands Philharmonisch o.l.v. Lorenzo Viotti

Het begin is onrustig, met iets te veel ringtones en wekkers die afgaan. Uiteindelijk blijkt het theatrale gedeelte best goed te werken. Allerlei personages uit Mahlers leven – zijn zus, zijn ex, zijn vrouw Alma, dirigent Willem Mengelberg die hem in Amsterdam op het schild hees – vertellen over wie hij was: een gemene partner, een veeleisende dirigent die zijn orkest uit kon kafferen.

Een conclusie die je zou kunnen trekken, is dat veel te maken heeft met zijn jeugd, vol huiselijk geweld. Dat zijn dochtertje Maria in 1907 overleed, een gebeurtenis die hij alleen in zijn muziek kon verwerken, deed de relatie met Alma ook geen goed.

Bas-bariton Florian Boesch.

Het orkest klinkt op zijn best als het hard mag. En in het slot, in het lied Ich bin der Welt abhanden gekommen. Het is jammer dat de fascinerende bas-bariton Florian Boesch, wat gepolijster dan we hem leerden kennen, in anderhalf uur maar drie bijdragen heeft. Boesch dwingt in de net nog zo rumoerige zaal een indrukwekkende stilte af.

Bekijk het concert hier terug. Vanavond speelt het Concertgebouworkest Mahlers Eerste symfonie onder leiding van Klaus Mäkelä

Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam opende donderdagavond met een slag van de Mahlerhamer het Mahler Paviljoen in het Vondelpark. De hamer werd door de componist voorgeschreven in zijn Zesde symfonie.

08-05-2025

Welkom bij het Mahlerblog! Hier leest u elke dag over het Mahler Festival in Amsterdam. In elf dagen worden alle symfonieën van Gustav Mahler (1860-1911) uitgevoerd door de beste orkesten ter wereld, van de Berliner Philharmoniker tot het Chicago Symphony Orchestra.

Nog nooit van Mahler gehoord? Lees hier onze spoedcursus (en uw leven zal nooit meer hetzelfde zijn).

Componist Gustav Mahler aan het strand van Muiderberg, 1906.Het Concertgebouw / Hendrik de Booy

(Bijna) alles te streamen

Het is de derde keer dat zoiets wordt gedaan: de Mahlerfeesten in het Concertgebouw van 1920 en 1995 werden evenementen waar iedereen het decennia later nog over had. Vanavond wordt het festival geopend door het Nederlands Philharmonisch onder leiding van Lorenzo Viotti.

Het hele programma vindt u hier. Een aantal concerten wordt ook gestreamd, online en (gratis toegankelijk) in het Amsterdamse Vondelpark. Dat is een mooi alternatief voor wie geen kaart meer kon kopen: met de best mogelijke apparatuur wordt alles in surround uitgezonden, net alsof u in het Concertgebouw bent, maar met misschien af en toe een vogeltje dat meezingt.

Eigenlijk zou het gebeuren op het Museumplein plaatsvinden, maar dat is door de burgemeester afgeblazen in verband met een mogelijke huldiging van Ajax. Dat die voetbalclub kampioen zou kunnen worden, had een jaar geleden natuurlijk helemaal niemand verwacht

Concertgebouw-directeur Simon Reinink (rechts) luistert in het Vondelpark naar Mahler. Klinkt uitstekend (en ja, het kan hard)! Omdat er veel dynamiek in de symfonieën van Mahler zit, zal de technicus van dienst in de zachte passages de schuif wel wat omhoog doen.
Mahler Festival 2025 Amsterdam Reviews (recensies)

Mahler Man

09-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahlerliefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Lees hieronder zijn eerste bijdrage: een voorbeschouwing op wat hem – en tweeduizend andere mahlerianen – te wachten staat. ‘Wat doet tien dagen Mahler met een mens?’

Mahler is in Amsterdam. Daar is hij altijd wel een beetje, op zijn manier, maar nu lijkt hij er echt te zijn. Je voelt het en straks hoor je het ook, op het derde Mahler Festival. Ik ben één van de tweeduizend mahlerianen in de zaal, van nieuwsgierigen tot neuroten, uit alle hoeken van de wereld.

Het heeft iets van een pelgrimstocht, een bedevaart naar de plek waar een heilige wonderen verrichtte of aan gelovigen verscheen. Toegegeven: Het Concertgebouw heeft wel iets van een kathedraal, maar relieken zijn er bij mijn weten niet. Geen haren die Gustav zich uit het hoofd rukte na een ongelijke inzet tijdens een repetitie. Geen stuk vingernagel dat hij van pure stress afbeet vlak voor hij de grote trap afdaalde. Geen bonnetje van een kroegentocht met Mengelberg of Diepenbrock. Een wonder, dat is er wel: zijn oeuvre. Negen-en-een-halve symfonie en een Lied von der Erde. De liederen die als de kiezels van Klein Duimpje over zijn werk uitgestrooid liggen. Dat onvermijdelijke stuk pianokwartet, dat ook. We krijgen het allemaal te horen, tot volgende week zondag.

Hoe zal de sfeer zijn? Welke aanblik geeft dat, zo’n zaal vol mahlerianen? En wat doet dat met een mens? Iedereen heeft zijn verhaal over Mahler, dit festival voegt daar straks een hoofdstuk aan toe.

De enige andere muzikale pelgrimstocht waarmee ik dit kan vergelijken, zijn de Bayreuther Festspiele. Jaren geleden trok ik erheen voor een uitvoering van Lohengrin. Iets met ratten in de enscenering en Klaus Florian Vogt in de hoofdrol. Ik was behoorlijk ingenomen met Vogt, net als driekwart van de zaal. Die juichte hem hartstochtelijk toe, waarna een harde kern van opzij in de parterre hem even hartstochtelijk uitjouwde. Zo ging dat een tijdje heen en weer: als het gejuich hier stopte, begon het boegeroep daar en vice versa. Het had een ruimtelijk effect dat aan Stockhausen deed denken. Gruppen voor toeschouwers of zoiets. Stel je voor dat het er straks ook zo aan toe gaat, omdat Jaap van Zweden in de Zesde symfonie het Andante als tweede deel neemt, of juist niet.

Elke pelgrim zal je zeggen dat niet de bestemming het belangrijkst is, maar wel de reis. De onverwachte ontmoetingen met andere pelgrims, de plaatselijke bewoners die je zomaar een bed voor de nacht aanbieden, de geur in slaapzalen, het leven en lijden onderweg. Ik heb de voorbije maanden zo weinig mogelijk Mahler geluisterd, behalve dan naar de puike podcast Mahler! (met uitroepteken). Daarin vlooien drie ongeneeslijke mahlerianen – Thomas Oliemans, Gijs Groenteman en Thomas de Jonker – elke symfonie uit, als nerds op een jongenskamer die een walkthrough van een game uitschrijven. Grondig, heel grondig, maar zonder de kroon helemaal te ontbloten. Het helpt je alleszins om verborgen parels te ontdekken. Neem nu die compleet van de pot gerukte passage aan het eind van de Tweede symfonie, vlak voor het koor slaapdronken ‘Auferstehen’ murmelt. De apocalyps lijkt een feit, gewonde trompetten in de verte, voor ons dwalen een fluitist en een piccolospeler rond, allebei shellshocked –hé, vliegt daar een drone? Het zijn maten die me altijd ontglipt waren en die me nu nooit meer loslaten. Een wonder, ook al.

Maar we lopen vooruit. Eerst het concert op vrijdagmiddag met liederen, en ’s avonds de Eerste symfonie met het Concertgebouworkest onder leiding van Klaus Mäkelä. Spoiler alert: het is mijn lievelingssymfonie.

Nicht schleppen,

Mahlerman

10-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Lees hieronder zijn verslag van dag 2: ‘Hoe Klaus in de soep roerde’.

Er zijn twee soorten componisten: passanten en klevers. De eerste categorie komt en gaat. Je bent er soms wel even mee bezig, maar dan verdwijnt ze naar de achtergrond. Je hoort ze nog wel eens op de radio of op een concert, en dat is best fijn, maar die componisten zijn geen must. Je kan wellicht zelfs zonder. Kijk er je cd-collectie maar op na. Och ja, dié. De vele euro’s die je uitgaf aan hun cd’s zeuren even in je achterhoofd. Talloze kleine goden horen in deze categorie. Namen noemen zou sommige mensen wellicht beledigen en beledigen, daar doen we hier niet aan. Zeker omdat er wat mij betreft ook grote goden bijzitten.

De tweede soort zijn componisten die aan je blijven kleven. Hun muziek heeft jou namelijk iets te vertellen. Je bent er niet noodzakelijk meteen wég van, soms zelfs nooit helemaal, maar het is muziek die je nu en dan wil horen. Het hoeven zelfs geen grote namen te zijn. Zo heb ik een merkwaardige fascinatie voor de Britse componist Gerald Finzi. Die schreef lyrische, pastorale muziek in een tijd waarin dat niet meer echt gebruikelijk was, maar hij deed gewoon zijn zin. Dat is soms moediger dan de tijdsgeest te volgen. Van dit soort componisten weet je soms nog waar je was toen hun muziek je bij je nekvel greep. Een beetje zoals veel mensen je exact kunnen vertellen waar ze waren toen ze het nieuws hoorden van de 9/11-aanslagen of ander schokkend nieuws. Ik geef toe dat het een wat overdreven vergelijking is, maar ik reageer soms nogal hevig op muziek.

Ook mijn eerste kennismaking met de muziek van Mahler was van die aard. 30 jaar geleden, minstens. Het was de befaamde Vader Jacob-passage uit de Eerste symfonie en de rillingen liepen over mijn rug. Meer nog: de angst sloeg me om het hart – wat was dit? Wie was dit? Hoeft het gezegd dat de eerste uitvoering die ik van de complete symfonie meemaakte er ook nogal inhakte? Na die lange uitgesponnen finale, eindigend met een slotakkoord als een dubbele vuistslag, kon ik minutenlang geen woord uitbrengen. Zwijgend liep ik naar de parkeergarage, tot stijgend ongemak van de vriend die ik mee naar het concert had genomen en die zich zorgen begon te maken. Hij had het namelijk al eerder meegemaakt, na de eerste cellosonate van Brahms gespeeld door Pieter Wispelwey. Wie weet had ik een aandoening. Was ik nog wel in staat hem weer thuis te brengen?

De Eerste symfonie is nog altijd een favoriet. Niet alleen omwille van de nogal ontwrichtende kennismaking, maar ook omdat ze de oersoep is van Mahlers hele oeuvre dat me uiteindelijk zo dierbaar zou worden. In die oersoep zitten de kiemen van een heel oeuvre, het is de bouillon die de basis vormt van zijn keuken. Gisterenavond roerde Klaus Mäkelä erin en het Concertgebouworkest lepelde ze op. Het werd een ongewoon zachtaardige, soms fluwelen Eerste symfonie. Met geduld en compassie lieten ze de natuur ontwaken. Misschien luisterden we ook wel naar het ontwaken van Gustav zelf: Die Leiden des jungen Gustavs. Geen groteske dodenmars hier – die had bijna iets van een bitterzoet slaaplied. De contrasten met de bloedstollende passages waren des te groter. En hoe halverwege de finale Mahler even, als een vingeroefening, vooruitblikt naar zijn latere, expansieve adagio’s, als een voorafspiegeling van later, als dat jonge ongeduld vaste grond voelt. We zoeken nog even naar de woorden hiervoor.

Tot morgen,

Mit durchaus ernstem und feierlichem Ausdruck,

Mahlerman

11-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder vindt u zijn verslag van dag 3 van het festival: ‘Niemand is hier zomaar’.

Ik beken: ik luister graag andere concertbezoekers af. Het is sterker dan mezelf. Vooral als je alleen op een concert bent, kan je zonder argwaan te wekken luistervinken terwijl je op je mobiel scrollt of interesse veinst voor een folder. Al snel hoor je of het om vurige melomanen gaat of – God verhoede – zelfverklaarde kenners. Die zijn zelden het afluisteren waard.

Geloof me: op dit Mahlerfestival is dat afluisteren een feest en is de drang sterker dan ooit. Deze tweeduizend mahlerianen vormen elke avond een onderzoeksgroep op zich. Niemand is hier zomaar, dit zijn geen concerten die toevallig in je abonnementsreeks zitten en waarvoor je bijna was thuisgebleven. Mensen willen hier écht zijn en ze komen van over de hele wereld. Wat zoeken en vinden ze in Mahler? Waarop letten ze bij deze of gene symfonie? Hoe luisteren ze er (anders) naar? Het boeit me mateloos.

Het volstaat door de gangen te wandelen en hier en daar halt te houden en je hoort het allemaal. Dat Mahler als het leven zelve is – een klassieker. Dat Mahler ‘alles’ is – een open deur. Herinneringen aan Bernard Haitink, onvermijdelijk in dit gebouw. Dat Mahler Amsterdam te koud vond, heeft iemand gelezen. Klopt. Ik verwijl een poos naast een ouder echtpaar van wie de man doordramt over het koor in Mahler 2. Het koor, benadrukt hij, het koor. Ik kom niet te weten waarom dat koor hem zo dierbaar is.

Wel hoorde ik over een boek met smeuïge details over Alma Mahler. Iemand had gelezen hoe Alma zogezegd naar een kuuroord trok maar eigenlijk bij Walter Gropius in zijn Bauhaus zat. Zelfs Alma’s moeder zat mee in de slag, de intrigante! Het was allemaal Gustav zijn schuld: hij had zijn vrouw maar niet zo moeten verwaarlozen. Met dat componeren ook altijd – ga op vakantie toch iets leuks doen met het gezin in plaats van in dat hutje op muziekpapier te kribbelen. Toen Gustav wist hoe het zat, vond Alma hem helemaal over zijn toeren terug op de grond, ‘om dichter bij de aarde te zijn’, zei hij. Je ziet het Gustav zo doen: altijd klaar voor het grote gebaar. Alma Mahler, wat een vrouw. Puccini, met zijn voorliefde voor gevaarlijke vrouwen, had er een opera kunnen over schrijven.

Is het verbeelding of beginnen de mahlerianen zich ostentatiever te kleden? Ik spot meer en meer t-shirts met daarop het hoofd van Mahler, soms enigszins verbleekt door intensief gebruik dan wel een verkeerde temperatuur van de wasmachine. Een t-shirt over Mahler in Colorado. Een t-shirt met een knipogende Mahler. Een t-shirt met ‘I love Gus’, wellicht off-topic hier. Een t-shirt met een mystieke boodschap die misschien beter tijdens latere symfonieën wordt gedragen. Van t-shirts gesproken: Vrouwkje Tuinman droeg ook een opvallend exemplaar tijdens haar Late Night Talk. Na Mahler 2 ontpopte Iván Fischer zich er andermaal als een stand-up comedian, daartoe aangemoedigd door de bizarre vragen uit het publiek. Behalve een grappig man is Iván Fischer ook een groot en ontroerend integer musicus. ‘De Tweede symfonie is geen symfonie als een ander’, sprak hij. ‘Ze is een soort ritueel. Je kan haar maar beter niet te veel uitvoeren.’

En zo hoorde ik toch nog de wijsheid waar ik die avond op zoek naar was geweest.

Zomaar. Zonder luistervinken.

Tot morgen,

Kräftig. Entschieden,

Mahlerman

12-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Lees hieronder zijn verslag van dag 4: ‘De dode pianist speelt’.

Aan het Paviljoen in het Vondelpark krijg ik een Mahlerkrantje in de hand gedrukt. Kleindochter Marina Mahler vertelt in het voorwoord dat er maar weinig foto’s bestaan waarop haar grootvader lacht. Degene waarop hij wel lacht, zijn allemaal in Nederland genomen. Zijn tweede muzikale vaderland, weet u wel. Daarbij hoort het iconische beeld van Gustav Mahler in zwart driedelig pak, ten voeten uit op het Zuiderzeestrand in Valkeveen, in 1906. En voorwaar, ja. Een lachebekje is het nooit geweest, maar voor zijn doen is dit lachen. Wie weet wat er was gebeurd als de foto ‘s zomers was genomen: Mahler banjert met blote voeten door het zand, duikt weg voor een vlieger, grijpt plots pen en papier om het geklingel van een ijsjesverkoper te noteren. Klarer Ton! Wie am Strand!, leest een slagwerker dan honderd jaar later in de partituur.

De glimlachende Mahler werd zondag in een zaaltje van het Rijksmuseum op de achtergrond geprojecteerd. Op de voorgrond greep ondertussen een historische gebeurtenis plaats. Sopraan Jeanette van Schaik werd er de enige nog levende zangeres die door Gustav Mahler aan de piano werd begeleid. Dat zit zo. In 1905 speelde Mahler vier eigen composities in op pianorollen: rollen papier met perforaties erin die overeenkomen met muzieknoten, tempo en dynamiek. Een pianola brengt die tot klinken. De mechaniek kan verborgen zitten in een piano, of zichtbaar zijn zoals in het Rijksmuseum. Daar werd een vleugelpiano aangeslagen door een soort robot-arm met 80 (geen 88, vraag me niet waarom) houten vingers, met vilt bekleed. De 200 mahlerianen in het zaaltje hoorden hoe Gustav van aan de andere kant van het leven twee van zijn liederen en fragmenten uit de Vierde en Vijfde symfonie op piano speelde. Vaag op de achtergrond hoorde je ook de draaiende rol papier, met de cadans van een traag rijdende trein.

Jeanette van Schaik probeerde zich door Mahler te laten begeleiden, wat met een dode echt niet simpel bleek. Met een levende pianist is het soms al uitkijken. Bovendien ging Gustav er met een rotvaart vandoor. Ging heut’ morgen übers Feld? Gustav rende als een losgeslagene gewoon het hele veld door, lustige Fink of niet, de Glockenblumen vertrappelend. Heia!

Mahlers pianoversie van het openingsdeel uit de Vijfde symfonie sloeg ook niet echt gensters, maar dat kan aan mij liggen: pianoversies van symfonieën, dat is zoals gearomatiseerd water. Je krijgt wel een idee van de smaak van frambozen, maar het blijft toch water. Je voelde toch wat teleurstelling in de zaal – de grote componist had de klus met de pianorollen een beetje slordig geklaard. Onrust ook, een onbehaaglijk gevoel. Het was een bizarre situatie, die spookpianist. Dat de technieker van het ding met een zorgelijke blik rond de piano begon te cirkelen en er uiteindelijk onder kroop, voedde de onrust alleen maar. Hoorde hij vreemde geluiden? Was er een portaal naar het verleden geopend en werd de technieker opgezogen naar 1905? Ik was vast niet de enige die opgelucht was toen de spookpiano ophield en de technieker de papierrollen opborg in dozen die deden denken aan toners voor kantoorprinters. Bij elke printertoner die ik ooit nog vervang, zal ik denken aan Gustav die door het veld rent.

Gelukkig dook er daarna een levende pianist op, om Jeannette van Schaik écht te begeleiden in andere liederen. Hij lachte al zijn tanden bloot. Achter hem keek Gustav Mahler ons nog altijd zuinig glimlachend aan, daar op het strand in Valkenveen. Of was het plots een grijns?

13-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Lees hieronder zijn verslag van dag 5: ‘Mahlerman in de hemel’.

Het Vondelpark lijkt een elysium. Jeugd strekt zich in al haar glans uit op het grasveld, laat zich zon en zaligheid weggevallen. Je zou je overleden kunnen wanen, aangekomen op een hemels plein waar je even kan vertoeven in afwachting van verdere instructies. Een groep meisjes leunt landerig op een elleboog en kijkt me onderzoekend aan. De zon schijnt door hun schoonheid heen. Een flard Mahler welt in me op: Von der Schönheit, het vierde lied uit Das Lied von der Erde.

In dat lied gaat het over een groep meisjes die aan de oever van een meer zitten. Ze plukken blaadjes van lotusbloemen, naar het schijnt symbool voor spirituele groei en verlossing. Dan plots tumult. Een groep jongens galoppeert voorbij op paarden en maakt nog extra misbaar als ze de meisjes zien. Anno 2025 kan je het hertalen naar: meisjes vertoeven in een park, scrollen op hun mobieltjes door de socials, tot enkele naarlingen op knerpende brommertjes de rust verstoren. Te paard of op een brommer: de jongens zijn snel weer verdwenen, maar niet voor de laatste even omkijkt en de blik van het mooiste meisje van het gezelschap treft. Hun blikken haken in elkaar en onbewaakt zien ze elkaar hoe ze echt zijn, zonder de houding die ze zich aanmeten.

In dem Dunkel ihres heißen Blicks
Schwingt klagend noch die Erregung ihres Herzens nach.

In het duister van haar vurige blik
zindert de opwinding van haar hart nog klaaglijk na.

Zo zingt de mezzosopraan, waarna een korte orkestrale uitgeleide volgt. Die is een van de vele kleine wondertjes in Mahlers muziek. Tederheid en vergankelijkheid in enkele delicate maten kamermuziek. De hint van een melancholiek walsje. Mini-nootjes in de violen, dan altviolen, morendo. Een harp tussen die mini-nootjes. Een kristallen slotakkoord met boventonen in celli en harp en met de fluiten, ‘zu 3’. Het is een passage die me al maanden behekst. Ze dreef me zelfs naar een tuincentrum, waar ik naar lotusbloemen informeerde. Hebben we niet, zei een man, dat is voor op het water.

Ik volg de vlaggen van het Mahler Festival naar het paviljoen, waar het concert van de avond ervoor wordt herhaald. Het slotdeel van Mahler 3. Meer nog dan maandagavond raakt het me nu midscheeps, en dat komt niet alleen door de muziek. Het is ook de sfeer in het paviljoen. Vredig, bijna onaards, magisch, magisch-realistisch. Jongeren, gezinnen, mensen van alle komaf en pluimage, vreemde vogels inbegrepen, staren naar het reusachtige scherm. Sie genießen die himmlischen Freuden. Het enige weltlich Getümmel is een generator, die als een zachte bourdon de muziek ondersteunt. Over het himmlische Leben zou de aanminnige sopraan Ying Fang enkele uren later zingen tijdens de Vierde symfonie.

Sankt Peter im Himmel sieht zu.

Op haar outfit veel bloemen, doch geen lotusbloemen.

De avond besluit in de Kleine Zaal, die weer even het salon van Vrouwkje Tuinman is geworden. Ze draagt geen Mahler-t-shirt meer, maar een rode trui, in lijn met het kekke brilmontuur van kleindochter Marina Mahler. Ook pianist Julius Drake is er. Die begeleidt woensdagmiddag Das Lied von der Erde, dat het festival zondagavond ook zal besluiten – onontkoombaar leidt alles naar dat angstaanjagende meesterwerk. Vergeefs speur ik in Marina naar trekken van de grootvader die ze nooit heeft gekend. Ze vertelt hoe ze naar een babyconcert in het Festival is geweest. Het publiek dat er rondkroop, dat is het publiek van morgen, zegt ze. En hoe we moesten zorgen voor meer schoonheid en liefde om de wereld een beetje beter te maken alvorens wie die aan hen doorgeven. Sankt Gustav im Himmel sah zu.

Tot morgen,

Etwas gehaltener,

Mahlerman

14-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Lees hieronder zijn verslag van dag 6: ‘Mahler op shuffle’.

‘Het is toch wel mijn favoriet hoor, die Vijfde’, zei mijn buur in het restaurant.
‘O? En waarom?’, vroeg ik. Als Mahlerman wil je dat weten. Je kan niet zomaar deze of gene symfonie favoriseren of affakkelen, zo doen we dat hier niet.
‘Je hebt natuurlijk dat Adagietto’, zei hij.
‘Alleen daarom…?’, vroeg ik listig. Als hij nu Dood in Venetië vermeldde, zat hij klem, want wellicht had hij die film nooit gezien. Wie wel, eigenlijk?
‘Nee’, sprak hij plots plechtig, als een koraal, ‘omdat de symfonie een mooi evenwicht biedt tussen dramatiek en melancholie.’
Daar had ik niet van terug. Nu nog altijd niet.

Rond kwart voor acht rekende driekwart van het restaurant af en trok in gemessemem Schritt richting Concertgebouw. Ik app’te een vriend die mij een screenshot van een Spotify-afspeellijst van Mahler had gestuurd. Dat is opmerkelijker dan het lijkt, gezien hij doorgaans vooral ‘parental advisory’-teksten van rappers reciteert. Het was geen grap, verzekerde hij, hij was al twee dagen helemaal in de ban. Welke symfonieën dan, wilde ik weten. Daar lette hij niet op, antwoordde hij, want Mahler stond ‘op shuffle’. Dat zette me aan het denken over een experimentele concertvorm. Mahler op shuffle. Een pastiche. Stel je eigen symfonie samen.

De voorzienigheid posteerde mij gisteren vlak achter de trombones. Dat gaf een verwrongen klankbeeld, maar je zit natuurlijk middenin de actie. Met zicht op de paukenist, die in de Vijfde symfonie de eer heeft om met één subtiele ‘la’, helemaal alleen, het tweede deel af te ronden. Een oefening in beheersing. Erboven schreef Mahler ‘gut stimmen!’ Die Gustav toch. Alsof paukenisten nog niet genoeg met een oor op dat vel liggen. De plek achter het koper leek geen toeval: het was de avond van het koper, meteen al van in het begin met het beroemde trompetthema. Bovendien liet Iván Fischer – altijd in voor een truc – in het derde deel een hoornist naast hem plaatsnemen en gaf hem daarmee een concertante rol. Het was een geweldige vondst. Je zou ze ook volstrekt onnodig kunnen noemen, maar dat lees je dan wel in de kranten.

En daar was het dan, het Adagietto. Op hoeveel minuten zou Iván Fischer afkloppen? Dat is belangrijk, voor een Mahlerman. Muziek is tijd en elke componist gaat er anders mee om. Zoals het klokje tikt in Mozart, zo tikt het niet in Bruckner. En een adagietto is geen adagio. Al zeker hier niet, want het is vooral een liefdeslied, zegt men, voor Alma. Naargelang de noodzaak en de omstandigheden kan zo’n liefdesverklaring wat trager of sneller gaan, dat spreekt, maar je wilt ook niet te traag over de liefde staan zingen. Haitink deed er in een opname niettemin 14 minuten over – die had misschien iets uit te leggen. Jansons deed het in 9 minuten. Van Mengelberg vind je een opname in goed 7 minuten – en hij kon het weten, toch? Het hoort gewoon ook zo, hoor je wel eens beweren, want het adagietto is eigenlijk een lied dat zijn woorden is kwijtgespeeld. Een Lied ohne Worte dus. En gelukkig maar, want voor die karamellenverzen zou zelfs Chat GPT zich schamen.

Wie ich dich liebe, Du meine Sonne,
ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen.

Je kan het perfect zingen op de melodie van het Adagietto, gesteld dat je dat zou willen.

Cijfers zeggen niet alles, beweren voetbaltrainers soms op de persconferentie na de match. Vooral zij die in de rechterkolom van de rangschikking wegzakken en voor wie op dat eigenste moment in de bestuurskamer de ontslagpapieren worden geprint. Het geldt ook in dit Adagietto. Vijf bladzijden partituur, met een continue afwisseling van Wieder aüssert langsam, etwas drängend, fliessend, zurückhaltend, fliessender, etwas drängender … Met al die aanwijzingen wordt de muziek een vloeibare massa die je als dirigent in een vorm moet zien te gieten. Ivan Fischer deed dat woensdagavond in, bijna op de seconde, tien minuten. Ik beken: ik heb het getimed.

Het Budapest Festival Orchestra speelde de Vijfde symfonie voor de tweede keer die dag. Opgewarmd waren ze zeker, meer nog: het hele orkest stond on fire. Alles viel op zijn plaats. Het speelde de Vijfde symfonie als een echte ‘Mahler on shuffle’, die ons in één symfonie alle kleuren en hoeken en kanten van zijn muziek liet horen.

Het leek moeilijk te worden om het Concertgebouworkest en Klaus Mäkelä te evenaren na hun Eerste symfonie, maar bij deze: wat een topavond was dit. Iván Fischer klom ietwat vermoeid de trap op, handen schuddend en high-fives gevend aan het publiek achter het orkest.

En nu Jaap.

Hervortredend,

Tot morgen,

Mahlerman

15-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder doet hij verslag van dag 7: ‘Jaap is Jaap’.

Kléts. Daar vliegt de dirigeerstok uit de handen van Jaap Van Zweden. Een tweede violist reikt hem het slagwapen discreet weer aan.
Tok. Alweer een gsm tegen de grond in het publiek.
Baf. Percussioniste Cynthia Yeh van het Chicago Symphony Orchestra dient de eerste van twee hamerslagen in de Zesde symfonie toe. De frêle vrouw wipt er zelf van omhoog, als een figuurtje in een stripverhaal.

Vrije geluiden, op dag 7 van het Mahler Festival.

Jaap Van Zweden en Cynthia Yeh zijn aansluitend de gasten op de Mahler Late Night. Daar is opvallend veel volk op afgekomen – Jaap blijft populair, en hij is opnieuw zijn eigenste zelve. Ik heb Jaap altijd een intrigerend figuur gevonden. Een man van contrasten. De dirigent van die onvergetelijke Parsifal met het Radio Filharmonisch Orkest, om maar iets te noemen, maar evenzeer de man die soms over de hekel wordt gehaald. De podcast Klassiek Inside van NPO Klassiek – zeer vermakelijk overigens – heeft er net geen vaste rubriek van gemaakt. Het sardonisch genoeg waarmee de presentatoren Jaap wegzetten als een man van decibels en dollars heeft bijna vileine trekjes. Tegelijk heb ik het idee dat het Jaap allemaal worst zal wezen. Jaap is Jaap. Live is life. Na-nà-na-na-na.

Het Chicago Symphony Orchestra (CSO) bleek een technisch superieure bolide met een overvloed aan pk’s onder de kap. Van Zweden wilde ze in één rechte lijn doorheen de Zesde symfonie sturen, legde hij uit op de Mahler Late Night. Het concert vloog dan ook voorbij. Onderweg had het CSO in het andante laten horen dat het niet alleen kracht kan uitstralen, maar ook tederheid. Ik telde af naar het slot van dat andante, met die ene wonderlijke passage. Ik noem ze ‘de zweefvlucht’. Partituurnummer 102 en 103, doorgaans na een minuut of twaalf-dertien. Bassen, celli, basstuba, contrafagot en fagotten, basklarinet: allemaal duiken ze richting es. Eerste en tweede violen maken intussen de omgekeerde beweging, krijgen nog een flinke zet mee van de grote trom en hernemen dan triomfantelijk het bloedmooie thema van het andante. Het is alsof het thema in de lucht wordt gekatapulteerd om dan ver boven ons te gaan zweven. Op YouTube heb ik zowat elke beschikbare opname van die zweefvlucht beluisterd. Opvallend genoeg kom ik uit bij ditzelfde Chicago Symphony Orchestra onder leiding van Bernard Haitink. Even, bijna onmerkbaar inhouden, een mini-Luftpause, ja: zo zweeft-ie lekker.

‘s Middags klonk in de Kleine Zaal Das Lied von der Erde. Pianist Julius Drake had weer twee uitstekende zangers tot zijn beschikking: mezzosopraan Feride Büyükdenktas en tenor Stuart Jackson. Drake vertelde vooraf dat Das Lied von der Erde echt voor orkest was geschreven en dat het een van de meest oncomfortabele pianotranscripties was die hij kende. Je begon je af te vragen waarom het dan überhaupt werd gespeeld. Drake toverde als altijd met kleuren waar hij kon, beide zangers excelleerden, maar uiteindelijk kwamen we weer uit bij het begin: het besef dat dit werk echt voor orkest was geschreven.

Vandaag speelt Van Zweden met het Chicago Symphony Orchestra ook de Zevende symfonieZes en Zeven horen bij elkaar als een twee-eenheid, zegt Van Zweden in het festivalboek Mahler’s Universe: na het diepe dal en het naargeestige einde van de Zesde komt de heropstanding van de Zevende. De Zevende is veel, maar in één rechte lijn erdoor, dat zie ik niet zo voor me. Het is bochtenwerk, een onbekend, grillig parcours. Bij nachte, bovendien. Benieuwd hoe de bolide uit Chicago zich op dat parcours gedraagt.

Altväterisch,

Tot morgen,

Mahlerman

16-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder doet hij verslag van dag 8: ‘Eerste keren op je 89e’.

Voor de draaideur van Het Concertgebouw wacht een bus. ‘Cast Malle Babbe’ staat op een geplastificeerd stuk karton achter het raam. Mijn Mahlerhoofd begint vreemde verbanden te leggen. Doet Anna Lucia Richter daarin mee? Gaat Julius Drake ook daar begeleiden? Is Malle Babbe uiteindelijk geen musical over Rob de Nijs maar over het leven van Alma Mahler geworden? Het zou zo maar eens kunnen. Daar komt Herman Rieken aan, slagwerker bij het Concertgebouworkest. Moet hij het ritme van de regen op het zolderraam gaan verklanken? ‘Plitter pletter plitter pletter, luister luister naar die regenbui’.

Herman Rieken komt de Mahler Walk begeleiden, een ommetje door de buurt langs panden en plaatsen uit de geschiedenis van het Concertgebouworkest, en Mahler. Hij legt aan de vijftien weetjeshongerige wandelaars onder andere uit dat Café Viotta genoemd is naar Henri Viotta, de Nederlander die op 11 april 1888 het openingsconcert van Het Concertgebouw leidde. In dat Café Viotta raak ik die avond aan de praat met John. Hij is 89, wat maakt dat hij werd geboren rond de tijd dat Henri Viotta stierf. Alles haakt hier in elkaar. Het is wellicht zijn laatste Mahlerfestival, zegt John, ‘zeker als ze nog lang wachten om het een volgende keer te doen’. Straks gaat hij met zijn zoon naar de uitvoering van de Zevende symfonie door het Chicago Symphony Orchestra onder leiding van Jaap Van Zweden. Het is het enige concert dat hij van dit Mahler Festival meepikt, en met een reden. Hoewel hij zijn hele leven intensief met muziek bezig is geweest en er ook over schreef voor vakbladen, is de Zevende de enige Mahlersymfonie die hij nog nooit live heeft gehoord.

Het wordt zeven uur. John twijfelt om naar de inleiding van Morten Solvik te gaan. Ik raad hem dat ten stelligste af, ik schrik zelf een beetje van mijn eigen stelligheid. Niet dat de inleidingen van Solvik niet goed zijn – die zijn zelfs uitstekend – maar mijn mahlerhart zegt dat als je op je 89ste voor het eerst de Zevende bijwoont, dat je dat maar beter onbevangen kan doen. Eerste keren op je 89ste, daar moet je niet te veel bij willen nadenken of door kennis laten beïnvloeden. Duik erin. En kom weer boven.

Ook bij mij is de Zevende symfonie een blinde vlek. Ik besef dat de opname die ik ervan heb met het Chicago Symphony Orchestra is – net zoals vanavond – maar dan onder Claudio Abbado. Zo’n DG Masters-cd. Midprice. Zelden beluisterd. Wie het cd-tijdperk heeft zien komen en gaan, verbindt een compositie vaak aan een cd-opname. De rest van de Mahler-symfonieën verbind ik daarom aan de cd’s van het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Edo de Waart. Ook al midprice, beter op een studentenbudget afgestemd.

De man naast wie ik tijdens het concert beland, lijkt de Zevende beter te kennen. Zo goed zelfs dat hij ze meent te moeten meedirigeren. Met handbewegingen geeft hij inzetten aan, bij de aanzet naar een climax verkrampt zijn lichaam. Hij lijkt een dirigent in het diepst van zijn gedachten, maar je wenst op de duur toch dat het bij die gedachten zou blijven. Toegegeven, dat is moeilijk, als je vlak bij het Chicago Symphony Orchestra zit.

Na afloop kijk ik tevergeefs uit naar John. Hoe was dat nu? Wat heeft hij geleerd over de Zevende symfonie? Ik hoop dat hij antwoorden heeft, want ik heb veel vragen.

Zurückhaltend,

Tot morgen,

Mahlerman

17-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder doet hij verslag van dag 9: ‘Knielen in het gangpad’.

Ken je dat? Concerten waar je met veel verwachtingen heen trekt, maar die je ontgoochelen. Dan ken je dit ook: concerten zonder verwachtingen die – misschien net daardoor – een voltreffer zijn. Van die laatste bleek de uitvoering van de Achtste symfonie een illustratie. Voller dan dat kan je niet worden getroffen. ‘Ik zal deze avond mijn hele leven niet meer vergeten’, sprak Klaus Mäkelä op de Mahler Late Night bij Vrouwkje Tuinman. Zo zijn er ongetwijfeld nog.

Je knippert natuurlijk even met de ogen, bij de aanblik van een podium dat is volgestouwd met 430 orkestleden en koorleden. De ‘Symphonie der Tausend’ was uiteindelijk maar een marketingterm, maar een kleine helft is ook al imposant. En hoe zou dat achter het podium zijn? Hoe manage je deze volksstromen door de gangen van Het Concertgebouw? Hoeveel broodjes zijn dat voor tijdens de pauze? Het is niet alleen een muzikale maar ook organisatorische krachttoer. Bovendien boezemt een massa me doorgaans wat schrik in. Het feit dat het allemaal muzikanten zijn, verandert daar wel iéts aan, maar helemaal gerustgesteld ben ik toch niet. Wie weet word je weggeblazen door een muur van geluid, een tsunami waarin zangers, orkest en koor beurtelings hun hoofden boven water steken en almaar harder gaan spelen – hé, wij doen ook mee!

Wahn! Wahn! Van bij het machtige Veni Creator Spiritus aan het begin tot aan het slot vol vergeving: hoe helder en logisch klonk het allemaal. Nooit kreeg je het idee dat dit holle bombast was, decibels om mee uit te pakken. ‘Mahler zette de grote middelen niet in voor de kracht, maar voor de polyfonie en de kleuren’, sprak Mäkelä. Vrouwkje Tuinman liet de wijsheid even resoneren in het zaal, waar de muziek nog als wierook in de lucht hing. Van die polyfonie hoor je weinig als je de Achtste symfonie op cd beluistert of door de koptelefoon terwijl je het gras maait. Zelfs de beste opname doet geen recht aan de potentie van deze muziek. Dit vraagt om een uitvoering zoals vrijdagavond. Muziek, muzikanten, publiek en gebouw werden één. Het Concertgebouw trilde op z’n heipalen. De solisten waren een tribunaal voor onze zielen met Michael Nagy als opperrechter. Miriam Kutrowatz, een engel was ze, zoals ze op het zijbalkon verscheen als de Mater Gloriosa die ons verlossing bracht. Je verwachtte dat er mensen zouden opstaan om in het gangpad te knielen. Deze Mahler 8 was een transcendente ervaring.

Opvallend: Klaus Mäkelä liet de eer volledig aan de solisten, de koren en het orkest. Hij sprong niet eens op de bok voor zijn deel van het applaus, hoogstens gaf hij de partituur wat klapjes – nice one, ouwe Gustav. Het publiek schuifelde beduizeld de zaal uit, greep naar een glas wijn en probeerde onder woorden te brengen wat er was gebeurd. Niemand was nog dezelfde als twee uur daarvoor.

In het festivalboek Mahler’s Universe omschrijft Concertgebouwdirecteur Simon Reinink de opeenvolging van Mahlers symfonieën als een muzikale beklimming van de Mount Everest: de lucht wordt steeds ijler. Fietsers kunnen het vergelijken met het beklimmen van de Mount Ventoux. Op een bepaald moment kom je uit het bos, boven de bomen en is er alleen nog een tocht door een maanlandschap. Met de Achtste symfonie kwamen we uit het bos, vandaag trekken we met de Negende symfonie door het maanlandschap in en wordt de lucht ijler. De Berliner Philharmoniker onder leiding van Kirill Petrenko dient zich aan. Hoe kan je nou géén verwachtingen hebben?

Tot morgen,

Pater ecstaticus

Mahlerman

18-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder doet hij verslag van dag 10: ‘C’est la vie’.

Oostenrijk won gisteren het Eurovisie Songfestival, Nederland eindigde 12de. Claude zong ‘C’est la vie’, waarmee hij thematisch dicht aanleunt bij Gustav Mahler. Van hem speelde de Berliner Philharmoniker de Negende symfonie, zijn afscheid aan het leven. Wij gaven spontaan 12 punten.

Klassieke muziek haalt zelden zo’n Songfestival. Er belandt wel eens een viool of strijkkwartet op het podium, als stemmig accessoire, in het poging om het geheel enig cachet te geven. Dat laatste lijkt al jaren niet meer de bedoeling, maar je weet nooit. Uitzonderlijk gebeurt er iets memorabels. Ik denk aan het jaar 1984. Italië nam toen deel met een van de knapste inzendingen die ooit werden geschreven: I Treni di Tozeur, gezongen het het gelegenheidsduo Alice & Battiato. De treinen waarvan sprake brachten aan het begin van de 20ste eeuw de toenmalige koning van Tunesië in grote luxe naar zijn winterpaleis. Vreemd genoeg wordt daar in de tekst niets over gezegd. Wel wordt opeens Die Zauberflöte geciteerd: ‘Doch wir wollen dir ihn zeigen, und du wirst.’ Het is niet eens een complete zin, gezongen door de Drei Knaben die proberen Pamina moed in te spreken. Het slaat nergens op. Het is prachtig. Het hele lied is prachtig, het baadt in een goudomrande melancholie.

Dezelfde sfeer omrandde gisteren ook Mahlers Negende symfonie. Het is de symfonie die, samen met de eerste, vanuit het niets begint. Alle andere symfonieën komen met een stevige ‘call to action’ binnen: grommende bassen (Tweede en Zesde), koperblazers (Derde, Vijfde en Zevende), belletjes (Vierde), of gewoon met iedereen tegelijk (Achtste). In de Negende rommelt iets in celli, hoorns en harp, de altviolen spelen een sextool, waarna het brede openingsthema opbloeit in de (tweede!) violen. Het doet denken aan het Ewig.. Ewig… daar zijn we vanavond aan toe.

Voorin de zaal hoest een man een eerste keer een delicaat moment aan flarden. Dat doet hij de volgende minuten meermaals. Buren schuifelen op hun stoel – ik heb je wel gehoord man! Er wordt boos omgekeken. De man raakt verschrikt in zijn hoestbui. Er wordt nu openlijk gesist. Please leave, klinkt het. De man staat op en verdwijnt, hij beseft het onmogelijke van de situatie. De vloek van de Negende!

De Berliner Philharmoniker speelt verbluffend. Hadden we anders verwacht? Het is vloeibaar goud dat uit de hoorns klinkt, zijde in de violen, wat een klankbeeld bloeit op. De concertmeester strooit met bloedmooie solo’s. Kirill Petrenko is een plezier om naar te kijken: hij licht er mooie accenten uit, vuurt aan, maar staat soms ook secondenlang bewegingsloos toe te kijken. Of is het genieten? Het lange slotadagio neemt hij niet te traag, waardoor het een tedere melancholie krijgt zonder stroperig te worden, zonder bitterheid ook. Een Lied ohne Worte bijna. De uitstervende slotmaten zijn van een onwereldse schoonheid en delicaatheid – ik ben dankbaar dat de hoestende man is verdwenen, de arme man. Maar ook dankbaar dit te mogen meemaken: na de Achtste symfonie vrijdag een tweede topavond op rij.

We zijn aan het slot van het Mahler Festival. ‘Schon winkt der Wein im goldenen Pokalen’, maar eerst speelt de Berliner ‘ein Lied’: Das Lied von der Erde, en het Adagio uit de Tiende Symfonie.

Ewig, ewig,

Tot morgen,

Mahlerman

19-05-2025

Tijdens het Mahler Festival doet Mahler-liefhebber Piet De Loof elke dag verslag van zijn belevenissen. Hieronder doet hij verslag van dag 11: ‘De top’.

Zondagmorgen smeedde ik een vermetel plan: ook de extra uitvoering van de Achtste symfonie bijwonen, om halftwee die dag. Vrijdagavond had die monstrueuze symfonie mij zodanig beroesd dat ik dorstte naar meer. Het was niet noodzakelijk een goed idee, het was misschien zelfs een ronduit slecht idee. Soms moet je de herinnering intact laten. Herinneringen worden namelijk nooit slechter, hoogstens vager. De tweede keer zou alle verrassing weg zijn, wie weet vond ik het dan minder goed. Het is zoals na jaren een boek herlezen en je afvragen waarom je het intussen aan zoveel mensen hebt aangeraden. Het toeval hielp een handje: de zaal was compleet uitverkocht. Buiten aan de draaideur stonden mensen met een bordje ‘Ticket wanted’ voor hun borst, als taxichauffeurs op een luchthaven. Ik geraakte niet meer aan een ticket en was er uiteindelijk niet eens rouwig om.

Her en der in de omgeving van het Concertgebouw zag je gisteren Ajax-fans met een clubshirt aan. Ook voor hen was het de dag van de ontknoping, ook zij dachten terug aan de voorbije twee weken, en hoe het allemaal was gelopen. Dat deed ik ook, als Mahlerman, zij het met meer tevredenheid. Wat een reis is het geweest! Alle symfonieën chronologisch na elkaar horen, avond na avond, geeft je een uniek totaalbeeld waarin elke symfonie zijn specifieke plaats in het geheel heeft. De Mount Everest is beklommen: het uitzicht is fenomenaal maar zoals in de allereerste aflevering van deze column stond: voor een pelgrim is de reis belangrijker dan de bestemming. Ik geef toe dat je daar bij Ajax-fans niet mee hoeft aan te komen.

Wat waren de hoogtepunten, welke momenten waren bijzonder? Daar moet een lijstje van komen. Welaan dan. Vier avonden sprongen er voor mij uit: Mahler 8, Mahler 9, Mahler 1, Mahler 5. Dat had ik op voorhand nooit kunnen denken; wat had ik nou eenmaal met die Achtste? Zelfs met de Negende was het altijd maar zo-zo geweest. Het Concertgebouworkest toonde alweer z’n klasse, de Berliner Philharmoniker bewees waarom het wereldtop is en het Budapest Festival Orchestra sprong er weer uit, dankzij eeuwige belhamel Iván Fischer. Hoe imposant was ook het Chicago Symphony Orchestra.

Wat voor uitstekende zangers heb ik ook gehoord: Catriona Morison en James Newby zetten in het allereerste recital op vrijdagmiddag al een erg hoge standaard, Klaus Mäkelä deed hetzelfde op vrijdagavond met de Eerste symfonie. En pianist Julius Drake gaf als liedbegeleider ‘par excellence’ in vijf recitals tien jonge zangers de gelegenheid te schitteren.

Met Das Lied von der Erde besloot gisterenavond het Mahler Festival 2025. Zo is het natuurlijk moeilijk om er met een knal uit te gaan, zoals pakweg met het slotakkoord uit de Eerste of Vijfde symfonie. Een gemurmeld ‘Ewig .. ewig…’, begeleid door obbligato hoesters in de zaal, feestelijk is het niet. Gelukkig was er de Berliner Philharmoniker: wat imponeerde dat orkest in de Negende symfonie, het Adagio van de Tiende symfonie en in Das Lied von der Erde. Wat een fluitsolo was dat in ‘Der Abschied’! Welke kleuren kwamen er van die houtblazers. Dirigent Sakari Oramo gaf niet de indruk veel toe te voegen – in zo’n geval kan je zo’n orkest gewoon beter zijn gang laten gaan en genieten van het zicht.

Niets dan blije gezichten achteraf in Het Concertgebouw én in het Vondelpark, waar duizenden toeschouwers in het Mahler Paviljoen een of meer uitvoeringen kwamen bijwonen. Wat een geweldige sfeer heerste er. Op beide plaatsen hoorde je dezelfde vraag: wanneer is het volgende Mahler Festival?

Dankbar,

Mahlerman

Mahler 1 (KCO)

NRC 09-05-2025

Mahler 2 (Budapest Festival Orkest)

NRC 10-05-2025

  • Le Figaro: ‘Het is een buitengewone gebeurtenis, deze maand in Het Concertgebouw’
  • De Volkskrant: ‘Elke aanwezige is zich bewust dat er iets bijzonders gebeurt.’
  • NRC: ‘En ten slotte mondde Das Lied von der Erde uit in de dankbaarheid dat we er zijn, dat we daar in die zaal mochten zijn, en dat we ons door deze spirituele Mahler-vertolking even konden verheffen boven een samenleving waarin winnen en verliezen zo verdomd belangrijk is geworden.’
  • Het Parool: ‘Met het derde Mahler Festival in de geschiedenis van het Concertgebouw is een buitengewone prestatie neergezet.’
  • Trouw: ‘Wat een mooie avond.’
  • Milano Finanza: ‘Het was een festival van het hoogste niveau, maar ook een evenement voor iedereen, toegankelijk en feestelijk. Een beetje zoals Mahler zelf: tragisch én ironisch, groots maar ook gewoon, klassiek én modern. En, vooral, diep menselijk’.

Marina Mahler blikt terug op het festival
Marina Mahler, kleindochter van de componist en eregast van het festival, blikt terug: ‘Het festival was zo bijzonder. Het was één groot crescendo, van muziek, emotie, vriendschap, liefde, uitwisseling. Je voelde de liefde voor de muziek van Gustav Mahler!’ Als representant van de Mahler Foundation was ze alle elf dagen zeer actief met verschillende introducties en vele interviews. Ze bezocht ook één van de live-uitzendingen in het Mahler Paviljoen: ‘Het Vondelpark was écht fantastisch. Nadat ik de Zevende daar had geluisterd realiseerde ik me dat ik mezelf in tweeën zou willen splitsen om elke avond ook daar te kunnen bijwonen.

Parool: Recensie Mahler Festival: Van Concertgebouw tot Vondelpark – Mahler won met grote voorsprong
Een organisch klankritueel en ruim 1100 musici: met het derde Mahler Festival in de geschiedenis van het Concertgebouw is een buitengewone prestatie neergezet. 

De Berliner Philharmoniker onder leiding van Kirill Petrenko.
De Berliner Philharmoniker onder leiding van Kirill Petrenko.

Kon het warmer, zachter, kon het meer zinderen en kon het expressiever dan de Berliner Philharmoniker lieten horen in Mahlers Negende symfonie? Nee, dat bestaat niet. Deze uitvoering onder leiding van chef-dirigent Kirill Petrenko vormde het onbetwiste hoogtepunt van het Mahler Festival, dat van 8 tot en met 18 mei plaatsvond in het Concertgebouw.

“Al mijn symfonieën binnen anderhalve week?” Of we helemaal gek geworden waren? Acteur Bram Suijker kroop in de huid van Gustav Mahler tijdens de laagdrempelige openingsvoorstelling met het Nederlands Philharmonisch Orkest. En nee, we waren niet van lotje getikt, we keken uit naar deze kans om ons onder te dompelen in Mahlers universum.

De Oostenrijker Gustav Mahler (1860-1911) noemde Amsterdam zijn tweede muzikale thuis, een uitspraak die wordt gekoesterd door de Nederlandse mahleriaan én door het Concertgebouw. Deze zaal had de componist begin twintigste eeuw met regelmaat over de vloer als dirigent van eigen werk bij het Concertgebouworkest.

Van de gouden orkestendriehoek – Wenen, Berlijn, Amsterdam – traden de Berliner Philharmoniker en het Concertgebouworkest aan op het stijf uitverkochte Mahler Festival, het derde sinds 1920.

De juiste klankbalans vinden

Een symfonieënreeks biedt mogelijkheden om de ontwikkeling van een componist te horen, klankculturen te beluisteren en samenwerkingen te bestuderen. Zo constateerden we bij dirigent Klaus Mäkelä, die van start ging met de Eerste symfonie door het Concertgebouworkest, dat bij hem nog niet genoeg Mahlerstof was ingedaald om de ziel van het stuk te laten horen.

Das beste in der Musik steht nicht in den Noten’, zei Mahler. Bij Mäkelä klonk alles als een klok, maar nauwelijks iets als een revelatie. Dat de Fin ook de Achtste voor zijn rekening nam is meer dan moedig te noemen: 380 man in het gareel houden, de juiste klankbalans vinden en dan ook nog een symfonisch verhaal vertellen – petje af.

Jaap van Zweden met het Chicago Symphony Orchestra.Milagro Elstak

Krachtpatserij van Van Zweden

De organisatie had wereldwijd gekeken en Tokio en Chicago ingevlogen, twee orkesten met een traditie als het om Mahlers muziek gaat. Desondanks schuurden hun concerten in de programmering. Het Japanse NHK Symphony Orchestra kwam met zijn chef Fabio Luisi, een pietje-precies onder wie de musici het bloed in de Derde en Vierde symfonie niet aan het stromen kregen.

Voor de krachtpatserij van Jaap van Zweden, die voor het Chicago Symphony Orchestra stond, viel moeilijk warm te lopen. Dit orkest is als een geoliede machine, maar als je opgelegd krijgt recht vooruit te denderen zonder van je omgeving te genieten, valt er veel schoonheid in het niet. Hoe lieflijk de koeienbellen ook rinkelden, Mahlers Zesde bleef een beproeving.

Aan de andere kant van het spectrum werd de Berlijnse avond met de Negende er een om niet licht te vergeten. Je begrijpt niet hoe een voltallig symfonieorkest zo homogeen kan spelen en zo pianissimo hoorbaar kan zijn.

Ook aan de top stond de Tweede symfonie door het Budapest Festival Orchestra en Iván Fischer. Deze dirigent voert de kunst niet uit, maar ís de kunst. Aangespoord door hun chef bouwden de musici aan een organisch klankritueel dat zijns gelijke niet kent. Als een harmonica hoorden we maatstrepen opgerekt worden, de kleurnuances binnen de extreme dynamiek zijn zelden zo rijk aanwezig geweest.

Je reinste jazzpianist

In het Rijksmuseum konden we Mahler zelf aan het werk horen, als pianist. Via het groezelige geluid van een pianorol viel een virtuoze speler te beluisteren die het zo nauw niet nam met de noten, laat staan een logisch tempo hanteerde. De Trauermarsch uit de Vijfde symfonie: dit was Mahler 2.0, je reinste jazzpianist.

Mahlerbonbons, Mahler Brut, Mahlerbroche, Mahlertas – van de Australiër die van de merchandise geen genoeg kon krijgen tot het rijtje Japanners met de ogen dicht tijdens het adagietto uit de Vijfde – de meeste zaalbezoekers hadden flink in de buidel getast en 45 procent kwam uit het buitenland. Er zaten kenners tussen, die desgevraagd iedere belangrijke lijn per symfoniedeel voorzongen, en rustig een boom opzetten over waar en hoe Wagner terug te horen was in de muziek van hun held. Duidelijk werd: Mahler leeft.

Parel binnen het festival was de liederenreeks in de Kleine Zaal tijdens het middaguur. De opzet was ijzersterk: Mahlers liedoeuvre, verspreid over meerdere dagen. Achter de piano Julius Drake als subliem begeleider. Door de wisselende cast slaagde niet ieder concert volledig. Mahler brengen als een opera (Stuart Jackson) is slecht te verteren. Vlezig gezongen Rückert-Lieder alsof je een grote zaal bedient (Catriona Morison), werken zeker niet. Met Laurence Kilsby daarentegen bracht Drake, die de serie vorm had gegeven, goud de zaal binnen. En de Kindertotenlieder gaan in deze intieme setting boven de orkestversie, vooral in de zilvermilde uitvoering van Fleur Barron.

Gratis buitenevenementen

Vanwege een eventuele huldiging van Ajax op het Museumplein was het aldaar geplande Mahler Paviljoen, waar iedere avond de Grote Zaalconcerten live gestreamd zouden worden, elders opgetuigd. Mahler kwam terecht in het Vondelpark Openluchttheater.

Wat gebeurde? Ajax verloor, Mahler won, met grote voorsprong. De gratis buitenevenementen, waarin voor perfect beeld en geluid was gezorgd, werden een succes. Per avond groeide de rij bezoekers, de luisterconcentratie was bijzonder. Het paviljoen was een broodnodige meesterzet, want de kaartprijs voor een goede zaalstoel was alleen te behappen voor de gefortuneerde liefhebber.

Het Concertgebouw is niet over één nacht ijs gegaan en heeft met dit Mahler Festival, waaraan ruim 1100 musici meewerkten, een buitengewone prestatie neergezet. Is dit evenement, dat 56.000 bezoekers trok en via verschillende platforms te volgen viel, nu al legendarisch te noemen? Niet als je naar de line-up kijkt, wel als je het publieksbereik en het succes als maatstaf neemt. In 2035 is het 175 jaar geleden dat Mahler werd geboren. Dit is een hint. Noodzaak en belang van een uitstekend verzorgd verdiepings- en ontmoetingsmoment als dit vallen nauwelijks te overschatten.