Staale Jezus of ’t Kiendje Jezus

Staale Jezus of ’t Kiendje Jezus (Verhoeven).

Dhr. Verhoeven woonde op de hoek van de Prof. Dondersstraat en de Jan van Beverwijckstraat, liep altijd keurig rechtop, was hoffelijk en maakte een vrome indruk (Jezus). Als handelaar in wol (hij had een wolagentuur van zijn vader overgenomen) zal hij waarschijnlijk vaak met stalen te zien zijn geweest. Dit alles kan mogelijk zijn bijnam(en) verklaren.

Een Stalen Jezus is een stijf persoon met een uitdrukkingsloos gezicht; iemand die geen emoties laat zien. Ook wel houten Jezus.

P.F. Bergmansstraat Mariabeeld.
P.F. Bergmansstraat Mariabeeld.
  • Stijf persoon met een uitdrukkingsloos gezicht; iemand die geen emoties laat zien. Ook wel houten jezus (zie hiervoor Berns & Strouken, p. 106).
  • Bij Van Dale: ‘Het is een stalen Jezus, hij lacht nooit.’ Het was me wel opgevallen dat hij een stroef gezicht had, een afwerend scherm om zich heen. In onze straat noemden de kinderen hem ‘Stalen Jezus’. (Hans Dorrestein, Alle verhalen, 1990)

Kerkelijks geschiedenis Tilburg

De oudste parochiekerk van Tilburg, of eigenlijk West-Tilburg, stond op dezelfde plaats als waar zich nu de Heikese kerk bevindt. Ze was gewijd aan de heilige Dionysius. Van de geschiedenis van deze kerk is weinig bekend, behalve dat ze vanaf 1430 werd uitgebreid. De gotische kerk werd in 1483 opnieuw ingewijd. In 1595 brandde de kerk af door krijgshandelingen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Ze werd herbouwd en als zodanig in 1619 opnieuw ingewijd. In 1648 werd de kerk door de hervormden gevorderd en in 1650 betrokken de katholieken een grenskerk te Steenvoort, dat behoorde bij Poppel. Later werd de mis opgedragen in de bijgebouwen van het Kasteel van Tilburg en in 1691 kwam er een schuurkerk in ’t Heike en in 1715 kwam er eveneens een schuurkerk in Goirke. Weliswaar kregen de katholieken hun kerk in de napoleontische tijd terug, maar deze was slecht onderhouden. In 1827 werd er een neoclassicistisch front aangebouwd en enige tijd later werd de kerk gesloopt en herbouwd als neoclassicistische hallenkerk. Het betrof een waterstaatskerk. In 1838 werd deze kerk ingewijd.

Vanaf het midden van de 19e eeuw werden er in rap tempo nieuwe kerken bijgebouwd. Aan de 19e-eeuwse Tilburgse katholieke geschiedenis zijn onder meer de namen verbonden van Joannes Zwijsen en Peerke Donders. Mede door toedoen van Joannes Zwijsen werd Tilburg tot een katholiek bolwerk, getuige de grote hoeveelheid kloosters en kerken die ook nu nog in de stad te vinden zijn, zoals de Goirkese kerk en de Heuvelse kerk. Op het hoogtepunt had Tilburg 31 parochiekerken. Gedurende de jaren 70 van de 20e eeuw kwam er een kentering. De ontkerkelijking leidde ertoe dat vele parochies werden samengevoegd. Diverse kerken en kloostergebouwen werden gesloopt of zijn verbouwd voor andere doeleinden

Voetnoot